Dag 4: Van Rena Maiore naar San Pantaleo

De eerste route in het Noordoosten van Sardinië

Na een koud begin van de dag in de glasheldere zee besluit ik om het eerste gedeelte van de eerste route te rijden. Rotsformaties, de Stella Maris en de belofte van een bezoek aan een opgravingensite zijn mijn deel.

Je zult inmiddels ontdekt hebben dat ik weinig foto’s publiceer. De reden is dat het internet hier zooooo traag is en vaak helemaal afwezig, dat updaten veel te veel tijd in beslag neemt. Na thuiskomst zal ik de  blog bijwerken met meer foto’s.

Een matinale douche

Ik heb gisteren een mooie overnachtingsplek gevonden vlak aan zee nabij Rena Majore. De plek ligt aan een relatief rustige weg en het is slechts 50 meter lopen naar een van de vele strandjes.

Ik heb goed geslapen maar ben toch al om ongeveer 7.00 uur wakker. Het uitzicht op de zee is wonderschoon. Ik besluit op te staan en mijn ochtenddouche in zee te doen. Er is nog niemand op het strandje. De zee ziet er aanlokkelijk uit: weinig golven en kristalhelder water. Maar de temperatuur valt nog wat tegen. Het is nog te vroeg in het seizoen.

Wat ik lees

Ik laat me door de zon drogen en lees de bestseller Grand Hotel Europa van Ilja Leonard Pfeijffer. Ik had eerder al een paar passages gelezen die veelbelovend waren maar nu ik het in zijn geheel lees valt mij zijn stilistische talent op. Ondanks het barokke taalgebruik doet het niet overdreven aan, klinkt het oprecht en leest het ook nog eens gemakkelijk. Wat een talent!

Na nog een paar keer in de zee gezwommen te hebben klim ik twee uur later het duin weer omhoog naar de camper. Het strand is nog geheel leeg. Aanvankelijk dacht ik het vandaag rustig aan te doen maar ik wil eigenlijk nu wel eens wat meer van het eiland zien dan de industrieterreinen die ik gisteren meerdere keren mocht/moest bezoeken.

Capo d’Orso

Ik ga dan maar de eerste route rijden die het noordoosten van het eiland beslaat. Beginnend in het stadje Palau met zijn sfeervolle haven, rijd ik een paar kilometer verder naar de Capo d’Orso.

Deze granieten rotsformatie heeft door de duizenden jaren heen de vorm aangenomen van een beer. Het keiharde graniet is gedeeltelijk afgebroken en van gaten voorzien. Er zijn diverse theorieën over het ontstaan van deze geërodeerde formaties. Waar men het in ieder geval over eens is, is dat de erosie tot stand gekomen is door de combinatie van regen, wind en zeewater. In de piepkleine gaatjes van het graniet komt zeewater terecht dat op zijn beurt verdampt maar er zoutkristallen achterlaat. Die zetten uit en vermeerderen zich en zorgen er voor dat er bizarre vormen ontstaan. Dat heeft wel even tijd nodig maar een paar miljoen jaar volstaat.

Helaas kan ik de ‘Orso’ niet van de goede kant bekijken (en eigenlijk zie ik hem dus niet), omdat er ‘onderhoudswerken’ verricht worden. Desalniettemin is het indrukwekkend om tussen deze rotsformaties heen te lopen. Ze zijn zo grillig van aard dat ik allerlei andere dieren herken in dit graniet.

Sterre der Zee

Terug in de camper reis ik door naar Porto Cerve alwaar de kerk Stella Maris te bewonderen is. Als bijna Maastrichtenaar mag ik een bezoek aan deze plek niet overslaan.

Porto Cerve is een wat patsering havenplaatsje voor de happy few. Nou… ‘wat patserig’ zeg maar gerust ‘zeer patserig’. Wat te denken van de vele reclameborden voor Sotheby’s, wat te denken van de reclame voor makelaars van unieke ‘properties’ en wat te denken van een hotel dat zich de ‘billionaire’ noemt. Je bent toch wel erg ijdel en erg fout als je hier een overnachting wil boeken, in ieder geval moet je erg rijk zijn. Het is natuurlijk de vraag of de naam van het hotel op de gasten duidt of op de eigenaar. Ik vrees op beide.

Dan doorgelopen naar die beroemde kerk van een volgens de reisgids bekende architect Michele Busiri-Vicci. Het gebouw is in 1968 voltooid en heeft een sterk Spaans karakter. Veel wit pleisterwerk aan de buitenkant met een portico die door een aantal menhirs gedragen wordt. Versierde raamlijsten aan de buitenkant.

Het interieur bevalt me meer. Zeer eenvoudig en het maakt een warme indruk. Bijna het hele stadje is opgetrokken uit wit stucwerk. Een plaatselijk hotel verraadt in zijn architectuur dat de scheepvaart een belangrijke plaats in dit stadje inneemt.

Porto Cerve

Museo Malchittu

Ik rijd verder door een mooi maar niet heel indrukwekkend landschap naar Arzachena waar in de buurt het Museo Malchittu te vinden is. Eigenlijk is het geen museum maar een gebied waar veel restanten van de Sardijnse Nuraghecultuur te vinden zijn.

Ik word op de parkeerplaats al verwelkomd door de beheerder van de site en krijg uitgebreid informatie over wat er allemaal te zien zal zijn. Hij weet mijn nieuwsgierigheid flink op te vijzelen maar hij besluit zijn lange betoog met de mededeling dat ze over een kwartier gaan sluiten. Hij ziet mijn teleurstelling maar stelt dat er morgen weer een dag is. Ik kan nu alvast een kaartje kopen en ben morgen om 10.00 uur de eerste om ontvangen te worden. Dat is nog eens klantenbinding.

Overnachtingsplaats

Ik besluit om nog een paar kilometer door te rijden want waar ik nu ben is het niet heel erg mooi. Ik vind een mooie overnachtingsplek in een heuvelachtig gebied met uitzicht op zee.

Eindelijk weer eens tijd om wat uitgebreider te koken. Het wordt pasta met een garnalen-room saus en een gemengde salade met feta. Daarna blog schrijven en voor het slapen gaan nog enkele tientallen bladzijden gelezen in Grand Hotel Europa. Een inmiddels verslavend boek.

Delen met je netwerk?
(Visited 340 times, 1 visits today)