Camperreis Noorwegen dag 21: Van Nærøyfjorden naar Eidfjord (Nasjonalpark Hardangervidda)

Langs het Hardangervidda Nasjonalpark

Vandaag, op de 21e dag van de camperreis Noorwegen, rijd ik naar Eidfjord waar ik aan de rand van het nationale park een overnachtingsplaats vind aan de rand van een rivier.

Nadat gisteravond in mooi weer beëindigd was, werd ik wakker met het gebruikelijke getik van regen op het dak. Ik heb na het ontbijt en het bijwerken van het verslag afscheid genomen van de Spanjaarden en ben op pad gegaan. Weer iets meer naar het zuiden. Met tegenzin neem ik afscheid van deze mooie overnachtingsplaats. Ik was hier graag nog een paar dagen gebleven om dingen buiten te doen maar de regen die zich inmiddels tot een continue stortbui heeft ontwikkeld houdt mij daar van af.

Op weg naar Nasjonalpark Hardangervidda

Als ik de smalle weg terugrij merk ik nu pas dat ik een vrij lange tunnel door moet. Ook merk ik dat deze tunnel door vrij zware deuren aan beide kanten afgesloten kan worden. Ik verbaas me over het feit dat een dergelijk kostbaar kunstwerk alleen maar gebouwd is om het dorp Bakka te ontsluiten. Immers het is een doodlopende weg tot aan de fjord en er legt daar geen veerboot aan. Die tunnel is dus voor, naar ik inschat, maximaal honderd mensen gebouwd. Omdat de tunnel ook afsluitbaar is met stevige deuren kan ik me niet aan het idee onttrekken dat Bakka een soort Asterix en Obelix gemeenschap is die zich tijdens vijandelijkheden van de buitenwereld kan afsluiten.

In Gudvangen ga ik benzine tanken en water innemen. Bij het benzinestation is door vrijwilligers uit heel Europa een soort Vikingendorp opgebouwd. Het ziet er triest uit. Alles is door en door nat, er smeulen wat zielige vuurtjes en de deelnemers hebben niets meer van heldhaftige Vikingen weg. Een paar staan te schuilen onder het afdak van het benzinestation.

Ik volg de 50 met tal van tunnels die tal van haarspeldbochten bevatten die boven elkaar gebouwd zijn. Zo kun je dus op een relatief klein oppervlak veel hoogte winnen. Aan het einde van een van de laatste tunnels is er een mooi uitzichtspunt gemaakt dat zicht biedt op het Frethumdals Vatnet. Ook is hier goed te zien dat er de laatste jaren flink gewerkt is aan een betere wegeninfrastructuur, er zijn verschillende oude tunnels inmiddels afgesloten die versierd zijn met de obligate graffiti.

Ik kom nu in een kaler en ruiger gebied en de schapen staan wat mistroostig voor zich uit te kijken. De lammeren zijn inmiddels te groot om onder hun moeder te schuilen en ik meen dus te kunnen zien dat ze er flink de pest over in hebben. Wat een rot zomer. Het valt me op dat de schapen hier niet in paniek van de weg rennen maar rustig blijven staan en je nieuwsgierig aankijken.

Een paar kilometer verder zie ik de oorzaak ervan omdat daar verschillende auto’s stoppen om de beesten te voeren. Ik kom nu op een grote vlakte die het grootste hooggebergte plateau van Noord Europa is. Het is er kaal maar er wordt hier veel gevist in de vele stromen en meren. Hier heeft de ICT ook toegeslagen. Je kunt een visakte voor een dag krijgen door die via SMS te bestellen en te betalen. Daar sta je dan met je digitale visakte.

Ook valt me op dat er ontzettend veel hutten (hytter) zijn die verhuurd worden. Voor een dag betaal je voor een hut voor 8 man 850 NOK (dat is ongeveer € 92,–). Daar zul je als verhuurder niet rijk van worden bij een waarschijnlijk zeer lage bezettingsgraad: het aanbod is groot en het verkeer op de weg is minimaal. Je kunt zo 10 km rijden zonder een tegenligger tegen te komen. Dat zal anders zijn in de winter want de hellingen van de bergen verraden dat het een skigebied is.

Bijzonder is dat deze goedkope hutten nota bene gelegen zijn bij het plaatsje Dokken. Het is een zeer verlaten gebied. Ik kijk op de dienstregeling bij de bushalte en zie dat er slechts 2 keer per dag een bus komt. En op zaterdag en zondag komt er helemaal geen bus. Je zult de 2e bus van vrijdag maar missen dan kun je mooi wachten tot het maandag wordt. (Later blijkt dat dit een skigebied in opkomst is en dat verklaart dus het grote aantal hytter).

Ik ga weer naar beneden en het wordt groener. De bermen staan in volle bloei maar zien er door de vele regen wat treurig uit. Er zijn veel oude huizen te zien. Ook zie ik dat er verschillende gerestaureerd worden. Ze zullen ze toch ook niet nog als hutten gaan verhuren?

Dan nader ik het traject van Hol naar Eidfjord dat bekend staat als de Hardangervidda. Na eerst een kerk van de buitenkant bekeken te hebben die veel weg heeft van een staafkerk maar niet al te lang geleden gebouwd is, rijd ik weer omhoog naar de eindeloze hoogvlakte. Ik rijd zeker meer dan 30 km over deze hoogvlakte heen. Hij heeft veel weg van eerdere hoogvlakten die hiervoor beschreven staan maar het verschil is dat hier heel veel (stuw)meren zijn.

Hardangervidda

Uiteindelijk gaat alles wat naar boven gaat ook weer naar beneden en dat blijkt nu ook het geval te zijn. Ik kom bij de Voringsfossen aan. Een waterval die een vrije val heeft van 185 meter. Maar er is niets te zien. Alles verkeert in een dichte wolk en ik besluit dan ook om niet verder te reizen en af te wachten tot morgen. Volgens de weerapp wordt het morgen droog en hopelijk valt er dan wel wat te zien. Dus ik kan relatief vroeg koken en de gebruikelijke riedel afwerken. Maar het wordt allengs wel heel erg koud daarboven dus ik besluit maar af te zakken naar Eidfjord. Dat scheelt zeker 8 graden.

Daartoe moet ik een paar tunnels door. Deze tunnels maken een bocht van 360°. Dus op een klein oppervlak kan relatief veel hoogte gewonnen worden. Vlak voor Eidfjord sla ik een willekeurig weg in en die blijkt na een paar kilometer te stuiten op de grens van het natuurreservaat Hardangervidda Nasjonalpark. Dat lijkt mij een mooie plaats om te gaan staan. Vlak naast een wilde rivier en hoge bergen waarvan de toppen zich in de wolken bevinden. Een beetje een hobbit-achtig landschap. En inderdaad het is hier beneden een stuk warmer.

Delen met je netwerk?
(Visited 664 times, 1 visits today)