Camperreis Noorwegen dag 22: Van Eidfjord naar Nærøyfjorden (Bakka)

Undredal

Dag 22 van de camperreis Noorwegen begint met een bezoek aan de indrukwekkende Vøringsfossen. Daarna doorgereden naar Undredal waar ik een mooie wandeling gemaakt heb langs de fjord. Stralend mooi weer. Aan het einde van de dag naar de overnachtingsplaats gereden waar ik al eerder stond: aan de Nærøyfjorden.

Ik ben vandaag in de hemel geweest. Maar daarover later meer. Eerst het begin van de dag: Vanochtend vroeg wakker geworden en bij het openen van de verduisteringsgordijnen, weet ik niet wat ik zie. Helder blauwe lucht met nog lage wolken in het dal. Ik kijk op de weerapp en inderdaad het belooft een mooie dag te worden. Ik besluit terug te gaan naar het gebied waar ik wilde gaan wandelen. Dat is niet zo heel ver weg. Maar eerst wil ik nog de Voringsfossen zien. Dus ik rijd na het ontbijt rond half acht weg.

 

Vøringsfossen

Eerst een paar kilometer dus terug. Bij de Vøringsfossen aangekomen zie ik een paar verkleumde kampeerders. Ik heb dus de goede keuze gemaakt door gisteren voor een lagere overnachtingsplaats te kiezen. Dan loop ik de korte wandeling naar het uitzichtspunt toe. Het was een wat flodderig paadje in het verleden maar een architect heeft een prachtig ontwerp gemaakt voor een serie nieuwe uitkijkpunten. Dat is nog niet helemaal klaar, maar, zo schat ik in, binnen een jaar moet het klaar kunnen zijn. Als ik om een rotsformatie heendraai hoor ik de waterval al. Weer een paar tientallen meters verder zie ik hem ook. Het is inderdaad een schitterend uitzicht. Eerst stort de waterstroom 40 meter naar beneden om vervolgens in een tweede etappe een vrije val van 140 meter te maken in een smalle kloof. Een indrukwekkend fenomeen.

Na een half uurtje, ik heb vrij baan want ik ben de enige bezoeker op dit vroege uur, keer ik terug naar de camper om de snelste route te nemen naar het dorp Undredal waar ik een groene wandeling wil maken, ik heb de kleur extra goed nagekeken. Het is maar 80 kilometer naar Undredal maar daar doe je toch al snel 1,5 uur over.

Het is een niet toeristische route maar hij zou er zo voor door kunnen gaan. Ik denk inmiddels dat alle wegen in Noorwegen een toeristische waarde hebben. Alles is mooi. Misschien hebben ze die toeristische routes gepland om de toeristen in goede en geconcentreerde banen te leiden dan hebben de Noren de rest lekker voor henzelf. Ik ben trouwens een groot voorstander van massatoerisme. Hoe meer mensen naar die plekken toetrekken hoe stiller het elders wordt.

Op weg naar Undredal

De weg loopt hoofdzakelijk door dalen heen. Dus veel landbouw en welvarende dorpen. Een fenomeen moet vermeld worden. De TomTom zegt mij dat ik over 3 kilometer bij de rotonde de tweede afslag links moet nemen. Maar tegelijkertijd zie ik op een bord dat er een tunnel aankomt die 7 km lang is. Daar moet dus iets fout zijn. Ik bekijk het wel. Maar wie schetst mijn verbazing als na 3 km tunnel en dus nog 4 km te gaan, er een rotonde ín de berg aangelegd is. Duidelijk gemarkeerd door blauw licht. En het is geen klein lullig rotondetje het is een forse rotonde en in al zijn eenvoud schitterend ontworpen. Wat zijn die Noren daar toch goed in.

Ik ga dus linksaf op de rotonde en vervolg mijn reis door de tunnel. Als ik de tunnel uitkom word ik opnieuw verrast. Er is een werkelijk schitterende brug gebouwd, de Hardangerbrue, die zo te zien nog niet zo lang open is. Op de brug staan tal van, zo te zien, professionele fotografen foto’s te maken in de ochtendstilte.

Na de brug rijd je onmiddellijk weer een tunnel binnen. De entree van de tunnel is weer prachtig. Hoog en rechthoekig. Past goed bij de brug. Ik rijd de tunnel in en verdomd als het niet waar is: weer een rotonde in de berg. Het begint nu echt op een onderaards leven te lijken. Als ik deze lange tunnel uit ben moet ik even aan de kant gaan staan om alle indrukken te verwerken.

Het valt me al vaker op dat het in de ochtend niet zo erg druk is. Er is zeker geen spitsverkeer. Ik heb sterk het idee dat de Noren geen matineus volkje zijn. Pas rond tien uur zie je wat meer verkeer op de weg verschijnen.

Undredal

Uiteindelijk kom ik bij mijn doel aan. Ik moet gedurende een paar kilometer een heel smalle weg volgen om bij het dorp Undredal te komen. Bij het begin van het dorp moet ik stil gaan staan omdat er net op die tijd een hele grote kudde geiten uit een weiland de weg opgelaten wordt om waarschijnlijk naar een andere weide begeleid te worden. Het zijn er zeker 1.000 en er zijn 4 schaapherderinnen nodig om het in goede banen te leiden.

De geiten reageren heel verschillen op de camper. Er zijn er die er langs lopen alsof het heel normaal is, er zijn er die een ongelooflijke spurt maken om zo snel mogelijk langs mijn bus te komen en er zijn er een paar die ronduit angstig zijn en niet durven. Met liefdevolle klapjes op de billen worden de geiten door de herderinnen aangemoedigd om er langs te lopen en de meesten doen dat ook.

Op één na. Die vindt het allemaal toch maar veel te griezelig en kiest er voor om onder de vangrail door te kruipen, maar dan ziet hij plotseling een grote diepte onder zich die ook voor een geit iets te veel van het goede is. Paniek, wat te doen. Gelukkig leidt een van de herderinnen hem weer de weg op en met een blij gemekker vervolg hij zijn weg. Inmiddels is de weg bezaaid met zwarte geitenkeutels. Maar ik kan weer doorrijden.

Camperreis Noorwegen: bij Undredal

Ik parkeer op de kleine parkeerplaats bij het begin van het dorp en maak me klaar voor de wandeling. Het dorp is onvoorstelbaar schilderachtig. Niet in toeristische zin, het is geen museum, maar gewoon een mooi levend dorp aan de rand van een waterstroom en gelegen aan de schitterende Aurlandsfjord. Er is een klein haventje waar de veerboot een paar keer per dag langskomt en er is een kleine camping. Ik schat dat er niet meer dan 100 huizen staan en een heel mooi kerkje.

Ik vraag bij de plaatselijke kruidenier welke richting ik moet nemen naar Stokko. De caissière wijst mij de weg: langs de kerk en dan gewoon het pad volgen. Het pad, zo zegt de brochure, leidt langs de rand van het Aurlandsfjord. En wat een schitterend fjord is het. Ik ga op pad en als ik het dorp uit ben kom ik op een redelijk vlakke weg van gras met twee bandensporen. Dat belooft dus veel goeds dat is makkelijk te lopen zoals beloofd is. Maar allengs, na de laatste boerderij, wordt het pad smaller tot er uiteindelijk alleen een strook platgelopen gras te zien is. Weer iets verderop wordt het pad modderig en glibberig en weer iets verderop liggen er de eerste stenen. Lekker makkelijk om van de ene steen op de andere te springen.

Maar dan gaat het pad omhoog. Ook geen probleem want de stenen zijn zo gelegd dat er een soort trap ontstaat. De optreden zijn goed te doen. Maar het pad wordt weer smaller en de optreden worden steeds hoger. Het kan me niet veel schelen want de uitzichten zijn prachtig. Dit is de hemel op aarde! Grasland wordt afgewisseld door rotsen en bossen. De fjord laat iedere keer een andere hoek van zichzelf zien. De bergen zijn mooi groen en boven op de bergen zijn veel gletsjers te zien.

Er is niet zo veel verkeer in het fjord, veel kanovaarders en enkele veerboten. Inmiddels is de wandeling verworden tot een klimpartij waarbij grote hoogten genomen moeten worden en het niet geheel risicoloos is omdat de stenen en de modder er tussen glad zijn. Dus het gaat allemaal heel langzaam. Uiteindelijk leidt het pad weer door kleine weilanden. Ze worden nog gemaaid hetgeen te zien is aan de landbouwgereedschappen die onder plastic weggestopt zijn. Uiteindelijk kom ik in Stokko aan. Dat dorp blijkt te bestaan uit één boerderij.

Er legt ook net een ploeg van kanovaarders aan die bestaat uit Noren en Amerikanen. Een van de Amerikanen vraagt of ik helemaal ben komen lopen. Dat bevestig ik, ook al is het maar een korte afstand. Hij kijkt mij jaloers aan. Het blijkt dat hij nog nooit kano gevaren heeft en in 2 dagen tijd 20 km heeft moeten afleggen. Zijn rug is kapot zegt hij. Maar de hele club gaat op een plaid aan een uitgebreide lunch beginnen en mijn gesprekspartner ziet het onmiddellijk weer zitten.

Ik keer om om de terugweg te aanvaarden. Precies hetzelfde pad. Maar het uitzicht is anders en het lijkt wel of ik deze route nog nooit gelopen heb. Het gaat wel makkelijker dan op de heenweg. Maar als ik bij dat mooie dorp weer aankom moet ik wel constateren dat ik er weer aanzienlijk langer over gedaan heb dan de gesuggereerde 3 uur.

Camperreis Noorwegen: bij Undredal

Ik loop nog even bij de kruidenier binnen om wat boodschappen te doen. De caissière vraagt mij hoe het gegaan is. Ik zeg dat het schitterend was. Dat doet haar deugd zo te zien. Ik zeg vervolgens: ‘You live in heaven over here’. Waarop zij zeer ad rem antwoordt: ‘Then I must be an angel’. Ik bevestig het maar want daar is alle reden voor. Haar moeder komt er bij staan en bevestigt ons beider oordeel. Op een bijna Britse manier stelt zij dat zij zich kan voorstellen dat er andere plekken op de wereld zijn waar het slechter wonen is.

Maar toch, maar toch… Ze maakt zich erg veel zorgen over de ontwikkelingen in de natuur de laatste jaren. ‘Kom’ zegt ze, ‘ik zal het je laten zien’ en ze neemt me mee naar buiten om samen op een bankje te gaan zitten aan de achterkant van de winkel met uitzicht op de fjord en de bergen. Ze laat me zien dat de laatste 10 jaar, ‘Ja’, benadrukt ze nogmaals, ‘de laatste tien jaar’ de boomgrens op de bergen dramatisch aan het stijgen is. ‘Zie je die licht groen kleur daarboven?’. De kleurenblinde bevestigt het. ‘Dat zijn allemaal jonge bomen, die waren daar vroeger nooit, en de laatste 10 jaar beginnen ze daar ineens te groeien’.

Het is op zo’n grote afstand moeilijk in te schatten hoe breed die strook is, maar het moet zeker meer dan 50 meter zijn. ‘En dat is niet alles’ vervolgt zij, ‘ziet u daar die gletsjer? Die kwam vroeger tot veel lager naar beneden, ongeveer tot bij die rotspartij. En dan nog iets, en dan houd ik er over op, U ziet nu nog maar enkele sneeuwvelden. Vroeger waren dat er veel en veel meer. Allemaal verdwenen. Ik ben laatst met mijn man op die hoogte gaan wandelen en ik schrok er van, waar vroeger sneeuwvelden en watergaten waren, is het nu volledig verdroogd.’

Ik schrik van zoveel overtuigend en zichtbaar bewijs en ze ziet het en legt haar hand op mijn arm. ‘Maar misschien komt het toch allemaal nog goed. Mensen kunnen zo veel tegenwoordig en er is een groeiende aandacht voor dit soort problemen. Laten we het hopen’ maar ik zie aan haar gezicht dat het hopen tegen beter weten in gaat. ‘Genoeg nu’, zegt ze, ‘zit ik hier uw hele vakantie te bederven. We moeten er alles aan doen om het weer goed te krijgen. Maar geniet nu van uw reis en kom gauw weer terug naar Noorwegen.’ Ik neem afscheid en met een wuivend gebaar neem ik ook afscheid van de engel die heel profaan een rekening aan een klant presenteert. Want de schoorsteen moet natuurlijk wel roken.

Nærøfjorden

Danig onder de indruk van het gesprek en wat ik gezien heb loop ik terug naar de camper om terug te keren naar de overnachtingsplaats aan de Nærøfjorden waar ik eergisteren ook was. Schuldbewust zet ik de diesel camper in beweging en ben me bewust van de voetafdruk die ik deze vakantie achtergelaten heb.

Camperreis Noorwegen: Nærøfjorden

Gelukkig staat er niemand op ‘mijn’ plek. Dat lag ook voor de hand. Hier komen niet zo veel toeristen. Ik ga koken, heerlijke zalm met weer heerlijke Rivaner van Reinert en ga daarna dit verslag schrijven en de dag nog eens overdenken. En hemelse dag met twee gezichten…

Delen met je netwerk?
(Visited 592 times, 1 visits today)