De wijk waar de fado geboren is: Alfama

Vandaag de hele dag in Lissabon doorgebracht voornamelijk in de wijken Maouraria, Rossio en Baixa. Daar de beroemde tramrit 25 gemaakt. Moe van de vele toeristen ben ik door de wijk Alfama en de haven gaan lopen. In de avond een diner/fado-concert bijgewoond.

Naar Lissabon

Vanochtend al vroeg op pad gegaan naar het centrum van Lissabon. Met bus 714 neemt dat ongeveer drie kwartier in beslag die veelal opgehouden wordt door verkeerd geparkeerde auto’s en files in de vele smalle straatjes die gepasseerd moeten worden.

Vanaf het eindpunt doorgelopen naar de Largo Martin Monz. Vandaar vertrekt de beroemde tramlijn 25 door de oude stad heen. Er staat een lange rij te wachten; de wachttijd is ongeveer een half uur wordt geschat maar uiteindelijk blijkt het een uur te worden. Toch maar gewacht omdat ik zo veel positieve verhalen over deze tramrit hoorde. De wachttijd werd veraangenaamd door een Amerikaans koppel uit Californië dat een vakantie doorbrengt in Portugal.

Tramlijn 25

Het wachten was achteraf niet nodig geweest. Want op de Largo Martin Monz wordt een beperkt aantal mensen in de tram toegelaten om ook op de volgende haltes mensen de mogelijkheid te geven van deze tramlijn gebruik te maken. Beter was het dus om één halte na de beginhalte in te stappen zonder wachtrij.

De tramrit wordt gemaakt in een oud tramstel op smalspoor dat me erg deed denken aan de blauwe stadstram van Amsterdam uit de jaren ’50 van de vorige eeuw: Houten vloer en houten bankjes (maar nu bekleed) en mooi bewerkte houten wanden. Hetzelfde lawaai en het hetzelfde schokkerig rijden. Als er even geen obstakels zijn dan wordt er flink de vaart ingezet en dat is vaak even schrikken als de tram op nog geen 15 cm afstand van de muren of verkeersborden zich door de oude stad heen spoedt. Naar buiten hangen is er niet bij op straffe van onthoofding door een van de verkeersborden of stoplichten.

Je krijgt wel een zekere indruk van de stad maar het uitzicht is beperkt dus het komt uiteindelijk meer neer om de ervaring van deze rit dan dat je veel wijzer van de stad wordt.

Baixa

Na terugkomst bij de beginhalte nog een stuk door de wijk Baixa gelopen. Die wijk is eind 18e eeuw door een aardbeving vernietigd en gelijk daarna weer opgebouwd met een rechtlijnig stratenpatroon. Geen kerk, geen paleis enkel winkels en woonhuizen. Hij loopt van het noordelijke plein Rossio naar het zuidelijke plein Praca do Comercio. Een heel groot plein dat aan de Taag grenst en de stad werkelijk stedelijke allure geeft. Daarmee vergeleken komt Amsterdam toch niet veel verder dan een provinciale stad (ook mooi; maar geen werkelijk internationale allure).

Als ik van noord naar zuid loop kom ik ook langs de Elevador Santa Justa van Eiffel: twee liften die de verbinding maken met de hoger gelegen wijk Chiado. Maar ook hier staat een lange rij mensen te wachten. Dus dat zal ik maar morgen gaan doen in alle vroegte.

Alfama

Een beetje moe van de vele toeristen loop ik naar het oosten naar de wijk Alfama. De wijk waar zo ongeveer de fado is ‘uitgevonden’. Hier zijn veel minder toeristen. Een echte arbeiderswijk met smalle steegjes die een ongelooflijke sfeer uitstralen. Ik heb er ongeveer zonder doel 1,5 uur doorheen gelopen. Een wandeling die zeer de moeite waard was.

Omdat het al laat in de middag is besluit ik om vanavond hier in een van de vele fado-restaurants te gaan eten.

Maar ik ben nog te vroeg dus loop ik eerst nog een uurtje langs de haven waar veel cruiseschepen liggen.

Fado avond in Sao Miguel d’Alfama

Vervolgens loop ik Alfama weer in en kom terecht in restaurant Sao Miguel d’Alfama. Het is een restaurant met ca. 80 zitplaatsen en tijdens het diner worden fado’s gezongen door wat waarschijnlijk de eigenaar van het restaurant is en een fado zangeres. Bovendien treden de begeleiders (gitaar en Portugese gitaar) ook samen op.

Het eten is niet heel erg geweldig maar dat heeft ook te maken met de vaak wel heel basale keuken van Portugal. De wijn daarentegen is heel erg goed.

Nadat man zijn fado programma van drie fado’s met luide stem beëindigd heeft, is het de beurt aan de zangeres die ook drie fado’s ten gehore brengt. Na afloop loopt ze langs mijn tafel en ik spreek haar aan of ze de fado ‘Uma casa Portuguesa’ op haar repertoire heeft staan. Ze blijkt het wel te kennen, het is immers een classic, maar ze heeft het heel lang niet gezongen en niet met haar huidige begeleiders. Maar ze zal er even over denken.

 

Sonia Santos

Als het haar beurt weer is om drie fado’s ten gehore te brengen, dan kijkt ze bij de derde fado in mijn richten en zegt: ‘I will try it’. Ze maakt afspraken met de musici en inderdaad beginnen ze met ‘Uma casa Portuguesa’. Maar ze raakt verward in de tekst hetgeen ze handig omzeilt met veel en gepassioneerd neuriën. Daarna pakt ze de tekst weer op en brengt de fado die erg aanslaat bij het publiek met een paar herhalingen tot een goed einde. Groot applaus.

Ik kan nu niet zo maar blijven zitten en loop naar haar toe om haar een hoofse handkus te geven (ik ken immers de mores op dit gebied niet in Portugal) die ze met een lach en de nodige elegantie in ontvangst neemt. Weer een golf van applaus ik haar deel.

Ik loop terug naar mijn tafel en zij komt achter mij aan omdat haar gedeelte er op zit voor het moment en vraagt of ik bezwaar heb dat ze bij mij komt zitten. Ik antwoord dat ik geen bezwaar heb als ze me helpt de fles wijn op te maken. Akkoord. Ze vraagt me of ik van de fado houd. Ik antwoord met een grote lach dat ik het afschuwelijk vind. Even is ze in de war maar dan antwoordt ze met een even grote glimlach dat ze het eigenlijk ook maar waardeloze muziek vindt.

Ze blijkt Sonia Santos te heten en zingt vaak in dit soort restaurants. Ze heeft ook enkele keren in het buitenland opgetreden en heeft enkele cd’s op haar naam staan. Ik zeg haar dat ik het bewonder dat ze het aangedurfd heeft om ‘Uma casa Portuguesa’ te zingen en dat de begeleiders er zo makkelijk in mee gingen. Ze zegt dat het een heel bekende fado is die iedere fadista wel min of meer kent. Het is een zaak om goede akkoorden met de musici af te spreken en dan maar van start gaan en improviserend naar het einde toe te werken (vergelijkbaar met de soul). Zo doen ze het ook vaak als ze onderling muziek maken.

De ene fles wijn worden twee flessen wijn en tussen haar optredens door praten we nog veel verder. Ze zegt dat ik de eerste buitenlander ben die met een verzoeknummer gekomen is en dat vindt ze bijzonder.

We praten door over ‘het leven’ en als de saudade greep op ons krijgt kunnen we niet anders dan tot de conclusie komen dat ieder leven zijn hoogte- en dieptepunten kent. Geen opzienbarende conclusie maar het dekt volledig de fado-cultuur.

Tegen twaalf uur moet ik dan toch vertrekken om nog een bus te halen. Ik reken af en als ik wil vertrekken komt ze nog een keer naar me toe en stopt een cd van haar in mijn jaszak (met ‘beijinhos’ zoals ze op de cd schrijft). Ze bedankt me voor het gezelschap en wenst me een goede reis en goed leven verder toe. Ik dank haar ook voor de onvergetelijke avond en ga mijns weegs.

De laatste bus is al vertrokken dus ik moet een taxi nemen. Dat is niet zo een probleem. De hele rit kost me slechts 12 Euro.

Delen met je netwerk?
(Visited 70 times, 1 visits today)