Dag 17: Van Pedra Longa di Baunei naar Dorgali

Over de eenzame hoogvlakte bij Urzulei

Vanochtend vroeg, op de zeventiende dag van de camperreis Sardinië, wil ik een wandeling maken over de hoogvlakte bij Urzulei. Het is weer een indrukwekkende ervaring in een totaal ander landschap dan ik tot op heden gewend was. Daarna rijd ik door naar de bekende opgraving Serra Orrios.

Vooraf

Ik heb gisteren een van de dagverslagen teruggelezen. En dat was schrikken! Veel spelvauten, veel stijlfouten, veel niet lopende zinnen enz. Maar ik ga er nu niets aan doen. Dat doe ik naderhand wel. Ik rammel deze dagverslagen in één keer in de computer zonder ze terug te lezen. Anders kost het me te veel tijd. Excuses dus. Het zal uiteindelijk verbeterd worden.

De rit naar de hoogvlakte bij Urzulei

Gisterenavond heb ik besloten om vandaag heel vroeg van start te gaan. De hitte van gisteren, ondanks dat ik langs de zee liep, is vanaf 11.00 uur voor mij te veel.

Ik sta dus na een goede nacht op om 6.00 uur en rond 6.30 uur ben ik op weg naar de hoogvlakte van Urzulei. Het is maar een ritje van 30 km. Maar die 30 km zijn voldoende om het landschap volledig te doen veranderen. Ook al rijd ik op een hoogte van rond de 1.200 meter, de omgeving wekt de indruk of je tegen het hooggebergte aan zit.

Cole Gorrupu

De weg loopt tot de Cole Gorrupu omhoog en gaat daarna langzaam naar beneden. Het is een bochtige weg met veel galerijen en ook hier wordt weer hard gewerkt aan verbetering van de weg. Er zijn helaas niet veel parkeermogelijkheden en je moet goed oppassen op deze bochtige weg. Dus ik kan minder genieten van de omgeving dan mij lief is.

De hoogvlakte bij Urzulei

Rond 7.30 uur kom ik op de hoogvlakte aan op de plek waar de wandeling begint. De wandeling kent een lange en een korte versie. Ik kies gezien mijn ervaringen tot nu toe voor de korte versie.

Het is nog opmerkelijk koel. We zitten op ongeveer 1.000 meter en er waait een aangename bries. Even overweeg ik een trui mee te nemen. Maar dat is de goden verzoeken.

Het begin van het brede pad stijgt langzaam en loopt vrij makkelijk. Even overweeg ik om de langere versie te gaan lopen. Maar als ik op de GPS kijk zie ik dat ik nog wel wat hoogteverschillen over smalle paden moet lopen. Dus dan toch maar de korte versie. Het is tenslotte vakantie.

Hoogvlakte Urzulei

Het is een vreemd kaal landschap. Kaal is niet het goede woord want overal staan struiken en bloeien er planten maar er zijn in ieder geval geen hoge bomen.

Overal loopt het vee vrij rond: koeien, varkens, paarden, ezels of muildieren, schapen en geiten. En ze zijn totaal niet schuw. Een koe duwt mij met zijn kop in mijn rug de goede richting op. Als beloning mag hij mijn zoute hand aflikken. Wat een leven hebben die beesten hier!

Na het eerste groene gedeelte kom ik door een rotsiger terrein en daar moet ik van het brede pad af naar weer zo een smal geitenpaadje. Het is fenomenaal om hier te wandelen. Maar zonder GPS had ik het niet gered.

Een wirwar van geitenpaadjes

Ik ga nu stijl naar beneden en na een kilometer kom ik in een wirwar van geitenpaadjes terecht en hier kan ook de GPS niet precies de oplossing bieden. Na wat heen en weer geloop om mijn richting te vinden zie ik op de kaart van de GPS een bron aangegeven staan waar ik uiteindelijk langs moet. Daar oriënteer ik me maar op en na weer een kilometer hoor ik het bronnetje al stromen. Ik zit dus op de goede weg. Ik kom weer terug in het groenere gebied.

Hoogvlakte Urzulei

Hier loopt wel heel veel vee rond. Overal zie je dan ook omheinde terreinen waar het vee voor de nacht moet verblijven. Ik vraag me af of dat geen extra risico is voor die dieren. Zo zijn ze een makkelijke prooi voor roofdieren. Want als in een park in Nederland de wolf al vrij rondloopt dan moet dat hier toch ook het geval zijn.

De laatste kilometer gaat weer over een breed pad dat vrij kaal is en niet de mooiste kilometer is van deze wandeling. Dan kom ik tenslotte weer bij de camper aan.

Pauze

Ik ben niet doodmoe maar voel wel dat ik de kilometers in mijn kuiten heb zitten en ik barst van de honger.

Na zo een wandeling kunnen ze mij een 6-gangen diner van Château Neercanne voorzetten (en we genieten daarvan bij voorkomende gelegenheden) maar in dit geval kies ik toch voor het stevige brood, de kaas, tomaat en vooruit, een vroeg glas wijn.

Lunch

Ik rust buiten nog wat uit in de C&G-stoel en overdenk de schoonheid van dit ruige ongecultiveerde landschap. Zo anders dan Nederland! Let op, ik wil niet klagen want ik voel me gezegend met een mooie woning in het Geuldal, maar het blijft een cultuurlandschap.

Naar Drogali

Na de rustpauze, het is pas 12.30 uur, besluit ik nog door te reizen naar de omgeving van Dorgali, een dorp dat weer eens bewijst wat de mensheid voor slechte invloed heeft op zijn leefomgeving. Maar het gaat mij niet om dit dorp maar om de opgraving Serra Orrios.

De opgraving blijkt tussen 13.00 uur en 15.00 uur gesloten te zijn maar bij de ingang is een kleine bar met een schaduwrijke tuin. Het is een hels kabaal van cicaden in de bomen (voor het eerst dat ik ze hoor op Sardinië). Na een espresso doppio met dolce begin ik maar alvast met het verslag te schrijven, begeleid door de cicaden die verontwaardigd hun geluidsniveau opschroeven als er regelmatig een gaai in hun boom gaat zitten.

De Serra Orrios

Rond 15.15 uur meld ik me bij het ticketoffice van de site Serra Orrios. Er zit een vriendelijke vrouw die mij vraagt hoe oud ik ben. Ik zeg dat ik 71 jaar oud ben. Vervolgens vraagt ze mij om een identificatiebewijs. En als ze dat gezien heeft verontschuldigt ze zich. Ze had niet de bedoeling om mij te beledigen maar ze had gedacht dat ik veel jonger was en niet in aanmerking zou komen voor korting. Ik stralen natuurlijk.

Serra Orrios

Daarna overhandigt ze mij de kortingskaart en zegt me, met een vette knipoog, dat het verboden is om op de muren te springen. Ik straal weer.

Ze legt me het een en ander uit over de site. De site blijkt een vrij complete indruk te geven van een leefgemeenschap uit het Nuraghe tijdperk. Ook vertelt ze een horror verhaal dat zich enkele jaren geleden hier in de buurt heef afgespeeld. Enkele inwoners hebben de resten van een Nuraghe gemeenschap vernield en gebruikt als stenen voor het verharden van een weg. Tja… dat soort verhalen heb ik vaker gehoord. Maar het is natuurlijk verschrikkelijk.

Het bezoek aan de site overtreft mijn verwachtingen. Hij is in de jaren ’30 ontdekt en het betreft een vrij compleet complex van een leefgemeenschap. Er zijn restanten van bijna 50 hutten gevonden, twee tempels, een grafveld en een gemeenschapsruimte.

Een van de twee tempels is redelijk in tact en je kunt goed zien hoe die is ingedeeld, inclusief de zitplaatsen. Ook de restanten van de hutten zijn grotendeels in tact. Uiteraard is er van de houten dakconstructie niet veel overgebleven. Bijzonder is de aanwezigheid van een gemeenschapshuis waar waarschijnlijk lokale problemen besproken werden.

Mijn beeld wederom bijgesteld

Wat ik niet besefte is dat de tempels niet alleen voor godsdienstriten bestemd waren. Het blijkt dat er ook markten gehouden werden en feesten werden gevierd. In het lokaal museum zijn tal van gebruiksvoorwerpen te vinden die dat verklaren.

Nadat ik het veld overgelopen ben ga ik nog een half uurtje zitten om me voor te stellen dat hier 18.000 jaar geleden!!! dus gewoon mensen rondliepen, leefden, werkten, lief hadden, kinderen kregen. Dit is de eerste site waar ik me dat een beetje bij kan voorstellen.

Serra Orrios

Daarna keer ik terug naar de ingang en praat nog even met de caissière. Ze  blijkt veel kennis te hebben over de Nuraghe cultuur. Ze is geen archeologe maar ze volgt de literatuur op de voet.

Ik zeg dat de overeenkomst met datgene wat ik in Schotland heb gezien verbluffend is. Ze is niet verbaasd. Ook zij heeft vaak gelezen dat de mensen uit die tijd veel meer reisden dan we momenteel aannemen en het dus goed mogelijk is dat er incidentele contacten waren.

Daarna laat ze me tal van tijdschriften zien waarin aangetoond was hoe zeer de Nurraghe cultuur verbonden is geweest met andere culturen. Thuis maar eens verder lezen hierover.

Manasuddas

Ik rijd nog een paar kilometer verder om een goede overnachtingsplek te vinden. Die vind ik langs een heel stille weg onder een veel schaduw gevende lage dennenboom. Belendend zijn er twee kleine wijnvelden.

Manasuddas

Als ik zit bij te komen onder het genot van een ijskoud bier, hoor ik aan de andere kant van de smalle weg een auto het pad afkomen. De auto parkeert vlak naast mijn camper en de bestuurster stapt uit om het hek te sluiten. Als ze terugkomt zeg ik, verwijzend naar haar auto, ‘Beautiful Alfa Romeo’.  Ze vraagt me in goed Engels of ik ook zo houd van Alfa Romeo. Ik antwoord dat ik jaren lang Alfa gereden heb. Welke types wil ze weten. Ik zeg Alfasud, maar dat brengt geen geestdrift bij haar teweeg. Ik zeg Giulietta, dat is beter. Tenslotte zeg ik dat ik twee Giulia’s gereden heb. Nu klaart haar gezicht helemaal op.

‘De Alfa met het met hout ingelegde dashboard.’ ‘Inderdaad.’ ‘De Alfa met het grote houten stuurwiel.’ ‘Klopt.’ De Alfa met de lederen/houten versnellingspook.’ ‘Zeker.’ De Alfa met de twee ronde koplampen.’ ‘Dat is hem.’ ‘De Alfa met de gebogen voor- en achterruiten.’ ‘Klopt.’ En dan zeg ik: ‘De Alfa met het mooie motorgeluid.’ En nu klinkt er een bijna orgastisch keelgeluid uit haar mond. ‘Prettige reis verder en je hebt een goede smaak.’ Ze stapt in en rijdt weg.

Dan de routine weer: koken, foto’s uitzoeken, blog afronden en uiteindelijk slapen. Fantastische dag, Score: 10/10!!!

Delen met je netwerk?
(Visited 226 times, 1 visits today)