Dag 28: Van Campelos naar Baleia

De megalomanie (of wanhoop?) van Koning Joao V

Ik wil vandaag twee dingen doen. In de eerste plaats wil ik naar de havenplaats Peniche, niet zo zeer vanwege de visserij als wel vanwege het bekende Museu Nacional Resistencia e Liberdade. Daarna reis ik door naar Mafra waar in de 18e eeuw een paleis is gebouwd door de kerk en de koning als was het voor een waanzinnige. Als ik nog tijd en zin heb wil ik doorrijden naar Sintra waar tal van zomerverblijven werden gebouwd voor de welgestelden van de 19e eeuw. Eigenlijk ook dus weer een waanzinnig project. (131 km).

Peniche

Ik ben al vroeg op weg naar de havenstad Peniche. Wat een reisje van nog geen uur zou moeten zijn doe ik bijna de dubbele tijd er over. Foutje gemaakt in de planning van de route. Peniche is nog een redelijk drukke vissersplaats.

Niet zo een romantisch plaatsje met leuke bootjes in de haven maar een plaats waar de visverwerkende industrie zijn stempel op heeft gedrukt. Aan de jachthaven te zien en het aantal beschikbare restaurants heeft de toeristenindustrie eveneens zijn stempel op dit stadje gedrukt.

Het Museu Nacional  Resistencia e Liberdade

Maar ik ben eigenlijk niet gekomen voor het stadje op zich maar vanwege het feit dat in het plaatselijke fort een voor Portugal belangrijk museum is ingericht: het museum van de weerstand en de vrijheid. Ik heb er hoge verwachtingen van. Het is zo indrukwekkend dat ik hieronder alle foto’s die ik gemaakt heb van dit museum maar afdruk:

Verder geen commentaar, alleen chagrijn.

Op weg naar Mafra

Dan vervolg ik mijn route verder naar het zuiden in de richting van Lissabon. Het is niet zo een heel opwindend gebied. De route loopt gedeeltelijk langs de oceaan maar alle plaatsen waar ik doorheen rijd lijken geterroriseerd te worden door bouwprojecten van tweede woningen die de leefbaarheid van die plaatsen volgens mij behoorlijk beïnvloedt, en niet ten goede. Of speelt mijn chagrijn dat nog niet geheel over is ook een rol?

Het paleis- en kloostercomplex van Mafra

Aan het einde van de ochtend kom ik aan in Mafra. Daar wil ik een wel heel maf paleis bezoeken. In de tweede helft van de 18e eeuw begon de tweede bloeitijd van Portugal: In de kolonie Brazilië werd een uitzonderlijk grote goudvoorraad ontdekt. Het koningshuis, de adel en de kerk waren natuurlijk de partijen die er het meest van profiteerden. De gewone burger bleef arm en werd door de inquisitie onder de duim gehouden.

Alleen koning Joao V had een probleem. Hij had nog geen erfopvolger verwekt. Maria moest daarbij maar een handje helpen en Joao V chanteerde Maria door te beloven dat als hij een kind kreeg hij voor de Franciscanen een klooster zou bouwen. De goddelijke voorzienigheid deed zijn werk en Joao V kreeg een dochter en de Franciscanen hun klooster. Toen er ook nog een zoon kwam besloot de koning er ook maar gelijk een paleisje bij te bouwen. Goud zat uit Brazilië.

En nu explodeerde de grootheidswaanzin. In binnen- en buitenland werden kunstenaars, bouwvakkers en bouwmaterialen (legaal en illegaal) verworven. 45.000 bouwvakkers klaarden de klus (maar niet vrijwillig want 7.000 soldaten moesten voorkomen dat de bouwvakkers er van door gingen). Tijdens de bouw kwamen 1.400 bouwvakkers om het leven. Meedogenloos. Tja dat krijg je als kerk en staat niet gescheiden zijn en er wederzijdse belangen zijn. Maar is het tegenwoordig fundamenteel anders? Verander de kerk in de internationale voetbalfederatie en zet in plaats van Joao V de regering van Qatar neer en je hebt dezelfde corrupte zich zelf verrijkende misdadigersbende geïnstalleerd.

We hebben het hier dus niet over klein bier. Het hele complex meet 232 meter bij 221 meter. Het is een massief gebouw dat eerder als imponerend dan als uitnodigend gekarakteriseerd moet worden. Twee klokkentorens met 92 bronzen klokken moesten de aanwezigheid van het complex auditief ondersteunen.

Het Paleis

Het paleis bevat ca. 900 zalen en er zijn 4.700 vensters en deuren. Eigenlijk zou het nog groter moeten worden maar de goudaders in Brazilië raakten uitgeput. Maar de omvang van het complex was groot genoeg om dat van het Escorial bij Madrid te overtreffen. Als Philips II van Spanje destijds nog geleefd had zou hij daar niet erg enthousiast over zijn.

Het moet vreselijk zijn geweest om daar te moeten wonen. En men woonde er nog tot vroeg in de 20e eeuw. Grote hoge naargeestige ruimtes waar de mens in verloren gaat. Ik heb nog nooit zo veel foto’s vernietigd als bij dit bezoek. Dat zegt dus veel.

Geen verwarming dus indien nodig moest er rond een losstaand potkacheltje gezeten worden. Van de kunst die er rijkelijk hing werd je ook niet vrolijk. Portretten van macht uitstralende heren en voor de rest veel kerkelijke kunst. Tel daarbij op dat de schilderkunst in de 18 eeuw niet direct een hoge kwaltiet had en je hebt gelijk geen zin om naar die kunst te kijken. Naast gebrek aan talent van de schilder moet vaak ook de weerzin van de schilder tegen de opdrachtgever de oorzaak zijn geweest om bijna beledigende afbeeldingen te maken.

De bibliotheek

De bibliotheek is eveneens groot en imponerend. Hij is ruim 80 meter lang en heeft twee verdiepingen.

Er staan ongeveer 40.000 banden waaronder kostbare werken zoals manuscripten uit de begintijd van de boekdrukkunst, een polyglotten bijbel en vele eerste drukken. (Mieke heb ik nu mijn omissie in Coimbra een beetje goedgemaakt?)

De kloosterkerk

De kloosterkerk is ook geen kleintje. Je wordt ontvangen in een portico waar 14 heiligenbeelden staan met een lengte van 4 meter. Dan weet je je plaats gelijk als eenvoudige gelovige.

De kerk zelf is classicistisch qua stijl met een prachtige meerkleurige marmeren vloer (daar beschikte het paleis ook over). Tal van Italiaanse, Spaanse en Portugese beeldhouwers hebben hun bijdrage geleverd aan de versieringen voor deze kerk. Vermeldenswaardig is dat deze ene kerk beschikt over acht orgels (en dat waren elk afzonderlijk geen kleine jongens).

De overnachtingsplek

Daas geworden van het overweldigende van dit gebouwencomplex heb ik niet meer de puf om naar Sintra door te reizen. Dat komt morgen wel weer. Ik vind al ruim voor 16.00 uur mijn overnachtingsplek op een pleintje aan een rivier in Baleie. Geen slechte plek. Kikkers kwaken naar hartenlust maar als ik uitstap worden ze even stil. Als ik het predicaat betrouwbaar van hen krijg kwaken ze er weer lustig op los.

Delen met je netwerk?
(Visited 116 times, 1 visits today)