Dag 25: Van Praia do Samouco naar Praia das Pedras Negras

Een prachtig klooster dat op de werelderfgoedlijst van Unesco staat

Vandaag ga ik twee plaatsen bezoeken. Ten eerste reis ik naar Nazaré om dit vissersplaatsje te bezoeken en in de middag rijd ik door naar Alcobaca om daar het beroemde Mosteiro de Santa Maria te bekijken. Ik vind redelijk vroeg mijn overnachtingsplek vlak aan zee. (83 km).

Op weg naar Nazaré

Ik rijd in een uurtje naar Nazaré langs een prachtige zeeweg. Aanvankelijk loopt de weg door de duinen. Ook vandaag wordt er weer fors gewerkt aan het verwijderen en afvoeren van de eucalyptusbomen. Als ik meer naar het zuiden rijd dan zijn daar alle restanten opgeruimd tot de laatste houtsnippers toe en wat een kwaliteitsslag betekent dat! De vergiftigende bomen zijn letterlijk met wortel en tak uitgeroeid.

Ik stop op verschillende plekken te genieten van het uitzicht over de oceaan en het duinengebied. Zo wijds ben ik een duinlandschap zelden tegengekomen. Als dat maar zo blijft want er wordt ook hard gewerkt aan de verbetering van de toeristeninfrastructuur en dat levert vroeger of later altijd meer toeristen op.

Nazaré

Nazaré wordt vaak beschreven als een idyllisch vissersplaatsje. Maar je kunt het stadje beter omschrijven als een toeristenstad die in betekenis toeneemt. Het stadje is verdeeld in de onderstand en de bovenstad.

In de bovenstad heb je vanaf een rotspunt een mooi uitzicht op de oceaan. Dit stuk van het oceaanstrand is bij surfers zeer in trek. Er worden geregeld hier surfwedstrijden gehouden. Hoge golfen beloven spannende wedstrijden.

Ik wandel wat door het stadje heen en wil nog het visserijmuseum bekijken om ten minste nog iets van de visserij mee te krijgen. Maar helaas het museum is gesloten.

Alcobaça

Daarna rijd ik door naar Alcobaça. Deze stad staat bekend om zijn wondermooie Mosteiro de Santa Maria te bekijken. Zo mooi en architecturaal van waarde dat het complex door Unesco op de werelderfgoedlijst is geplaatst. En dat is volkomen terecht.

Alhoewel ik op mijn reis door Spanje een paar jaar geleden wel de neus vol had van al die gotische kerken moet ik zeggen dat het bezoek aan de bij het klooster behorende kerk een verademing was na al die barokke tierelantijntjes die ik de afgelopen dagen heb moeten incasseren.

De kerk

Als je de kerk binnenkomt dan maakt hij gelijk heel veel indruk: licht, hoog, slank, smal, weinig versiering. Zo totaal anders dan wat ik de afgelopen dagen gezien heb. Je komt veel dichter bij de essentie van het geloof.

Er is één uitzondering op de strenge stijl van de kerk en dat betreft twee praalgraven. Helaas zie ik pas achteraf van wie die praalgraven waren: Don Pedro en koningin Ines. Juist ja, die vorsten die ik gisteren vermeld had in mijn blog.

Het klooster

Het abdijcomplex en de kerk zijn door de cisterciënzers gebouwd. De koning van Portugal verleende Bernard de prior van Clairvaux deze concessie aan deze kloosterorde. Daarmee had hij een machtige voorpost gecreëerd in de reconquista op de Moren.

De cisterciënzers, de witte broeders, waren een strenge orde. Er werd niet of nauwelijks gepraat. Alles stond in het teken van het geloof. Maar gelijktijdig was het ook een heel ‘economische’ orde. Er was een tweedeling in het klooster tussen de paters voor het geloof en de meer wereldse en werkende paters.

Bovendien kende de orde een vrij sterke arbeidsdeling om zo effectief en efficiënt mogelijk te werken. Dat is terug te zien in de ruimtelijke indeling van het klooster. Alle kloosters van de cisterciënzers hebben min of meer het zelfde grondplan.

Het klooster is door de tijd heen uitgebreid. Zo is er een nieuw klooster aangebouwd voor de novicen en nog later heeft er een derde uitbreiding plaatsgevonden waar de bibliotheek in onder is gebracht.

Alle ruimtes zijn gepositioneerd rond de kloostergang: de sacristie, de kapittelzaal, een parlor (waar zeldzaam overleg toegestaan was), de monnikenhal, de keuken (met drie enorme stookplaatsen en schoorstenen), de refter (met een mooi katheder van waaruit tijdens de zwijgzame maaltijden uit de heilige schrift werd voorgelezen) en de slaapzalen.

Het was totaal niet druk, in sommige ruimtes was ik de enige aanwezige. Ook dat zal in de zomer wel anders zijn gezien de grote parkeerplaatsen.

Eigenlijk wil ik doorrijden naar Batalha waar een vergelijkbaar beroemd klooster staat. Maar voor vandaag vind ik dat ik voldoende devotie ontvangen heb. Ik besluit dan ook om dat dan maar morgen te doen en een mooie overnachtingsplek te zoeken.

Praia das Pedras Negras

Maar evenals gisteren is de omgeving rond de stadjes en dorpen niet heel bijzonder, eigenlijk heel lelijk. Dus dan maar de 15 km teruggereden naar de kust waar ik een prachtig plek vind langs het strand.

Ik zit nog een paar uur buiten tot het te koud wordt en ga dan de gisteren vers gekochte grote garnalen klaarmaken en opeten met pasta en een zachte roomsaus en een heerlijke koele witte wijn.

Tenslotte nog een paar uur buiten gezeten met zicht op een mooie zonsondergang.

Delen met je netwerk?
(Visited 145 times, 1 visits today)