Camperreis Griekenland dag 20: van Yefira naar Monemvasia

Naar Monemvasia en Wandeling naar Kap Valeas

Op de 20e dag van de camperreis Griekenland wordt er weer een stevige wandeling gemaakt. Dit keer langs de oostkust van Lakonia.

Ik heb gisteren na het schrijven van de blog nog lang buiten gezeten om te genieten van de prachtige sterrenhemel. Er was totaal geen sprake van lichtvervuiling dus doordat het pikdonker was waren de sterren in groten getale te zien. Ik heb nog een poging gedaan om ze te fotograferen maar dat is helaas jammerlijk mislukt. Het heeft wel gevolg gehad voor de foto’s van vandaag omdat ik de camera had ingesteld op nachtopnames en vergeten ben die weer op landschapsfotografie om te zetten. Overbelicht dus.

Ondanks dat ik laat naar bed ging ben ik toch vroeg opgestaan. Om 8.00 uur was ik al op pad. Ik wilde eerst inkopen doen want de foerage is vrijwel op. Ik reed eerst naar Profitis Ilias, maar dat dorp is zo klein dat er geen winkel is. Dus eerst naar Neapoli gereden. Was ik gisteren nog niet zo enthousiast over deze plaats, vandaag moet ik daar van terugkomen. Door het doen van boodschappen ben je niet alleen aan de kade maar ook in het kleine binnenstadje en dat is op zich een heel aardige plaats met heel veel kleine winkels.

 

Neapoli

In de eerste plaats moest ik groenten en fruit hebben. Aan de kade was een groentewinkel met een ruime sortering. Het lag verleidelijk uitgestald dus kersen, perziken, sla, tomaten en komkommer gekocht. Ook kon ik de verleiding niet weerstaan om een pot zelf ingemaakte olijven mee te nemen. Ik vroeg de verkoopster waar een bakker was. Ze legde me dat eerst in het Engels redelijk duidelijk uit. Daarna ging ze met me mee naar buiten en legde het nog een keer uit met veel gebaren. Of ik het nu snapte. Ik zei maar ja (en ik begreep het ook daadwerkelijk) om te voorkomen dat ze vervolgens voor mij een taxi zou bestellen om er zeker van te zijn dat ik op de bestemde plaats zou aankomen.

De bezorgde aard van de verkoopster was duidelijk te zien bij het inpakken van de olijven want zo vertelde ze die kunnen lelijke vlekken geven. Dus eerst de pot nog eens extra goed dichtgedraaid, daarna 2 papieren zakken er omheen, vervolgens een dunne plastic zak er omheen en dichtgeknoopt en tenslotte nog eens een dikkere plastic zak die nog eens met drie knopen werd dichtgemaakt waarbij ze bij de laatste knoop nog eens extra sterk trok. Zo daar komt dus geen druppel olie doorheen.

Vervolgens naar de bakker gelopen. Het bakproces vindt in de winkel plaats of zoals je wilt de verkoop vindt plaats in de bakkerij. Ik was perplex want wat ik hier zag was de bakkerij zoals ik die van mijn vader kende uit de jaren ’50 en ’60 waar ik vele, vele uren in gewerkt heb. Precies dezelfde soort machines die wij toen ook hadden en precies dezelfde geuren. Het deed mooie herinneringen naar boven komen.

Daarna naar de andere kant van het schiereiland gereden naar Velanidia. Je moet dan een bergkam oversteken via een route die weer wonderschoon is. Als ik Velanidia nader zie ik dat het een prachtig dorp is dat bestaat uit allemaal witte huizen met blauwe deuren en luiken die allemaal tegen de bergwand aangekleefd zitten. Maar door ervaring rijker geworden zie ik mijn geest al weer kruipen: smalle, steile straatjes. Het gaat berg af maar bij al te steile hellingen denk ik er ook aan dat ik waarschijnlijk door hetzelfde dorp weer terug moet. Maar dat is van latere zorg.

Even buiten het dorp zie ik een richtingaanwijzer die mij leidt naar een kapel die het begin van de wandeling vormt. De wandeling loopt van deze kapel naar een vuurtoren die 5 km verderop gelegen is. Als ik een van de vele haarspeldbochten wil nemen op een betonnen wegdek, slipt de auto weg. Het beton is te glad en de wielen hebben dus te weinig grip. Een bewoner van het naastliggende pand die vloeiend Engels spreekt probeert me te helpen, helaas met niet logische aanwijzingen. Het lukt niet. Dus hij biedt aan om de camper op zijn terrein te parkeren en de extra 3 km dan maar te lopen. Dat betekent dat de wandeling totaal 16 km zal bedragen. Maar in de gids staat dat het een wandeling is die in de categorie eenvoudig valt.

Wandeling naar Kap Maleas bij Velandidia

Dus proviand ingepakt in de rugzak en op weg. Het is van het begin af aan een perfecte wandeling. Mooie uitzichten over de zee, temperatuur van 25 graden maar door de koele zeewind voelt het veel koeler aan. Na drie kilometer en een enkele keer mis gelopen te zijn hetgeen ik kon corrigeren met de GPS kom ik bij de kapel aan waar ook nog een waterbron is met drinkwater. Ik loop door langs een kleine woning waar een oude man vraagt of ik naar de ‘Faro’ wil (vuurtoren). Ik bevestig dat en dat vindt hij goed.

Als ik bij een splitsing rechts aan wil houden gilt hij: ‘Faro aristera’. Mij Grieks is inmiddels zo ver gevorderd dat ik begrijp dat ik linksaf moet, dat spaart dus weer veel omloopwerk. Het pad gaat nu steil naar beneden naar de kustlijn. Dat is dus weer klauteren geblazen. Als ik aan de kust ben sta ik weer paf van de mooie uitzichten en al doorlopend merk ik dat het een heel afwisselend landschap is. Onderweg nog een heel mooie grote schildpad tegengekomen. Het fijne van wandelen langs de kust is dat het koel is door de aanlandige wind en dat er nauwelijks vliegen en muggen zijn hetgeen gezwiep met armen en petjes bespaart.

Ik loop ongeveer 3 km over het pad en stop dan voor een pauze. Van de andere kant komt een meisje/jonge vrouw (ca. 30 jaar) aanlopen die mij vriendelijk gedag zegt en vertelt dat ze net bij de vuurtoren vandaan komt. Mooi maar smal pad. Ik ben verbijsterd als ik zie hoe zeer ze lijkt op Doris, die inmiddels al weer bijna 35 jaar geleden aan een motorongeval is bezweken. Dezelfde lengte, dezelfde soort kleding, hetzelfde haar, dezelfde vorm van het gezicht en dezelfde manier van staan als ze met me spreekt. Geen spitting image maar de overeenkomst is werkelijk uniek.

We raken met elkaar aan de praat. Ze blijkt pas sinds kort voor het zomerseizoen werk te hebben als gids in een van de nabijgelegen grotten. Daarvoor is ze na het afstuderen werkeloos geweest. Wat ze na het zomerseizoen zal gaan doen is nog ongewis. Ook ik vertel het een en ander en voor we het weten zitten we ruim een uur met elkaar te praten. Ze schat eerst in dat ik Canadees ben (vanwege t-shirt van Alex) dan houdt ze het op Engels (vanwege accent; wat een compliment) en dan zeg ik maar dat ik Nederlands ben. Dat vindt ze ook prima.

Uiteraard komt het gesprek ook op de situatie in Griekenland. En weer valt hier geen enkel verwijt te horen richting Europa. Ik stuur er ook niet op aan. ‘We hebben het zelf verkloot met al die idiote regeringen die wij gekozen hebben, dus we zullen zelf het puin moeten opruimen’. Ze is iets concreter over de maatregelen die genomen worden. Ze maakt zich grote zorgen over de verkoop van nationaal bezit. Het levert, en ik denk dat ze gelijk heeft, eenmalig winst op maar biedt geen duurzame oplossing.

Ze ergert zich er aan dat er geen actief werkgelegenheidsprogramma ontwikkeld wordt. Want, en dat is ook logisch, uiteindelijk levert dat als zo’n plan lukt een constante stroom aan belastinginkomsten op. Ik kan er weinig tegen in brengen. Maar het is in en in triest dat er nu een vaak heel talentvolle goed geschoolde jonge generatie op de puinhoop van de geschiedenis terecht komt. Dat beseft ze ook maar ze laat zich niet kisten en ze wil haar principes niet verloochenen en weer komt ze met de uitzichtloze verkoop van Grieks nationaal bezit. Daarna praten we nog over ons persoonlijk leven en dan vervolgen we beiden onze weg. Ik naar de vuurtoren en zij naar de kleine parkeerplaats bij de kapel.

Als ik weer een kilometer verder ben draait plotseling de wind. Van aanlandig wordt hij aflandig. En die wind wordt steeds sterker tot er sprake is van een ware storm. Nu het pad zo smal is en langs de kust loopt lijkt het me niet verstandig om de weg te vervolgen en ik kies er dan ook voor om terug te keren. Ik heb op sommige plekken moeite om me staande te houden. Maar uiteindelijk kom ik weer aan bij de oude man die mij de goede richting wees.

Hij is helemaal opgewonden want om de bocht, zo beeldt hij uit, wacht er iemand op me. Ik denk dat ik het verkeerd begrepen heb maar bedank hem toch maar. En als ik de bocht om loop zie ik een kleine witte auto staan met daarin de evenknie van Doris. Het raampje gaat open en ze zegt dat ze zich zorgen maakte door de storm omdat ik alleen op dat smalle pad was. Ze biedt me een lift aan tot waar mijn camper staat. Haar auto is erg oud en zit vol butsen. Maar het is het soort auto dat het altijd doet.

Ze heeft ook een automatisch claxon want iedere keer als ze haar stuur draait maakt die claxon een doordringend geluid. Handig bij al die haarspeldbochten. Uiteindelijk bij de camper aangekomen. Ik bied haar nog iets te eten en te drinken aan maar dat slaat ze na even aarzelen af. Ze vraagt nog wel aan de eigenaar van het landje waar mijn camper staat of er een makkelijkere weg terug is. Maar die blijkt er niet te zijn en ik moet dus weer door het dorp heen. Ze wenst me verder een goede reis en ik wens haar veel geluk in haar verdere leven.

Het dorp blijkt gelukkig veel makkelijker om door te rijden als ik van te voren dacht. Buiten het dorp wil ik eerst mijn honger en dorst stillen. De kersen zijn heerlijk maar overrijp. Het water gaat er weer met deciliters naar binnen. Als ik buiten sta te eten komt het inmiddels bekende witte autootje er weer aanpuffen. Of ik zin heb om mee naar de benende liggende baai te gaan. Dat doen we, maar we waaien bijna van de weg af. Dus toch maar teruggekeerd en weer goede reis en veel geluk gewenst.

Ze rijdt sneller dan ik dus ik verlies haar uit het oog. Maar op de hoofdweg staat ze aan de kant met knipperlichten aan. Ik denk dat ze pech heeft maar kan pas een kilometer verder keren. Dat doe ik dan ook maar ze rijdt me inmiddels tegemoet. We stoppen. Geen pech. Even op de kaart kijken. Ze kent deze streek nog niet zo goed. Weer goede reis en veel geluk. Een wonderbaarlijke ontmoeting.

Op weg naar Monemvassia

Weer moet ik naar de oostkant van het eiland voor mijn einddoel Monemvassia. Het is een bijzonder mooie tocht door een bergachtig gebied met heel veel brem. Ik kan mijn gedachten er niet helemaal bij houden want mijn gedachten gaan steeds weer terug naar Doris. Uiteindelijk kom ik in het toeristische Monemvassia aan. Ik parkeer de camper voorbij de brug naar het naastliggende eiland. Er zijn slechts enkele andere campers. Ik sta mooi aan de golf en de wind doet de camper zachtjes heen en weer wiegen.

Koken en eten en een voorgenomen fruitorgie. Maar wat blijkt? De groenteman kan zijn kwaliteitsimago niet echt waar maken: de kersen en perziken hebben te lang aan de boom gehangen, de tomaten te lang aan de tomatenstruiken en de olijven hebben duidelijk te kort aan de boom gehangen. Ze smaken bitter. Jammer maar toch goed eetbaar. Daarna blog schrijven en rond 23.00 uur naar bed.

Delen met je netwerk?
(Visited 300 times, 1 visits today)