Camperreis Noorwegen dag 19: Van Vagavatn naar Øvre Årdal

Langs het Jotunheimen Nasjonalpark

Dag 19 van de camperroute Noorwegen. Ik reis eerst over een mooie beboste hoogvlakte en ga dan weer omlaag naar Oye toe waar ik de stavkirke bezoek. Daarna rijd ik door naar het Ardalsfjord waar ik vlak langs het fjord een overnachtingsplaats vind met een magnifiek uitzicht.

Vanochtend relatief laat vertrokken, 09.30 uur. Eerst wat foto’s gemaakt van het huizencomplex tegenover de overnachtingsplaats omdat dat een goede indruk geeft van de architectuur die men hier hanteert. Daarna via de 51 een paar honderd meter omhoog en dan kom ik in een landschap dat ik hier nog niet eerder heb gezien. Een relatief vlak gebied met een zeer divers dennenbos. Hier en daar zit er een verloren berk tussen die zich alleen aan de randen van het bos schijnt te kunnen handhaven. Het lijkt wel of de overheid hier heel ver is gegaan en niet alleen witte huizen verbiedt maar ook witte bomen.

Op weg naar Oye

In de minder dicht begroeide gedeelten kom ik mossen tegen die ik nog niet eerder heb gezien: geel en wit. Kortom het is weer een adembenemend gebied. Ik had gisteren door moeten rijden en hier een overnachtingsplaats moeten zoeken. Er zijn talrijke mogelijkheden. Na deze hoogvlakte met dennenbossen volgt een toendra-achtig landschap en het ziet er almaar rauwer en rauwer uit. Aan de andere kant van de berg, via een afsteekroute van de 51 naar de E 16, gaat het weer naar beneden, eerst door dennenbos om daarna over te gaan in een idyllisch landschap. Ik heb nog nooit kilometer na kilometer zulke schitterende bloeiende bermen gezien. En dan gaat ook de zon nog schijnen (voor even).Camperreis Noorwegen: op weg naar Oye

 

De staafkerk van Oye

In Oye langs de E16 bezoek ik de staafkerk van Oye. Het is een heel kleine kerk die dateert uit ca. 1130. De kerk heeft een merkwaardige geschiedenis. Hij stond aanvankelijk vlak langs het water hetgeen ongunstig is voor het houtwerk. In de 17e eeuw is er hoger op de heuvel een andere kerk gebouwd en heeft men het interieur van de oude kerk meegenomen. In de daaropvolgende 200 jaar is er niets met de oude kerk gebeurd. Maar na de 2e wereldoorlog zijn er plannen gemaakt om de oude kerk te restaureren en op een hoger niveau weer op te bouwen. Dat is gerealiseerd na de tweede wereldoorlog.

Nu staat de kerk er weer glorieus bij. Het is een van de weinige staafkerken die zijn oorspronkelijke vorm heeft behouden omdat hij ruim 200 jaar in vergetelheid is geraakt geweest. Het is een kleine kerk waarvan de hoofdruimte ca. 5 bij 5 meter is. Het koor achter de hoofdruimte is d.m.v. een iconostaat afgescheiden. De kerk kent vrijwel geen enkele versiering. Ook zijn er zoals bij de andere staafkerken geen extra ramen aangebracht (dat gebeurde vaak pas in de 18e en 19e eeuw). Dus alleen licht via ronde gaten vlak onder het dak en een bescheiden hangende kaarsenhouder die ook uit de 12e eeuw stamt.

Er is een houten doopfont (ook uit de 12e eeuw en een grote zeldzaamheid). In de vloer is een luik gemaakt om de doden te kunnen wijden. Er gaan verhalen dat destijds kinderen die nog niet gedoopt waren en dus niet onder de kerk begraven mochten worden, er ’s nachts stiekem ingelegd werden. In het koor is een houten kruis met een Christusbeeld van een recentere datum. Om de kerk is een buitengalerij gebouwd. Die werd destijds gebouwd om het hout van de kerk tegen weersinvloeden te beschermen maar bood ook ruimte aan mensen die niet als Christuskind werden erkend (zieken (o.a. melaatsen), misdadigers, geestelijk gehandicapten). Via gaten in de muur van de kerk konden ze dan toch het avondmaal uitgereikt krijgen.

Ook zijn er in de muur nog runentekenen terug te vinden en zijn de inwijdingssymbolen van de kerk weergegeven. De versieringen waren sober destijds. De versieringen van de iconostaat zijn in de reformatie alle verloren gegaan. Er zijn nog wel versieringen van de oude kerk overgenomen aan de buitenkant. Die werden door de roomse kerk als barbaars gezien en mochten dus alleen aan de buitenkant aangebracht worden bij het opnieuw opbouwen van de kerk.

Ik heb nog even staan napraten met de wat oudere vrouw die de rondleiding deed (er waren slechts 3 bezoekers). Zij sprak uitstekend Duits en haar familie bleek uit Noord Pruisen te komen. Precies het verhaal dat ik lees in  MacGregors Duitsland: biografie van een natie. Daar worden in meer detail de verschrikkingen beschreven die de destijds Duitse bevolking moesten ondergaan door het oprukkende Russische leger. Een heel ander verhaal dus dan ik gehoord heb bij de gids in Noord Noorwegen die vertelde dat de Russen daar heel veel goed werk hebben verricht en meegeholpen hebben met de wederopbouw van de streek. Zo zie je maar weer: het grote verhaal van de geschiedenis kent vele nuances.

 

Ardalsfjord

Vervolgens ben ik doorgereden en op zoek gegaan naar een servicepunt. Het is tijd om water in te slaan, vuil water te lozen en chemisch toilet te reinigen. Daar moest ik wel voor omrijden maar het is uiteindelijk gelukt. Vervolgens doorgereden naar Ardal, dat tot mijn verbazing nog geen 10 km verwijderd is van de Urnes stavkirke die ik gisteren bezocht heb. Rondje gereden dus. Het plenst van de regen maar ik heb een prachtige overnachtingsplek gevonden vlak aan de Ardalsfjord: de fjord aan de ene kant, aan de andere kant een mooie kleine waterval. En verdomd: de zon gaat weer schijnen. Maar als ik dat getikt heb is hij al weer weg. Maar het is ten minste droog. Dan maar koken en verslag afmaken.

Camperreis Noorwegen: Ardalsfjord overnachtingsplaats

Delen met je netwerk?
(Visited 440 times, 1 visits today)