De zoutpannen van Sicilië en de verborgen schatten van de Feniciërs

Vandaag heb ik bezoeken gebracht aan de zoutpannen van Trapani en daarna ben ik ver de oudheid ingedaald op het eiland Mozia. (22 km).

Niet naar Trapani

Vanochtend vroeg opgestaan. Het heeft vannacht hard gewaaid op de heuveltop waar ik stond met zicht op zee. Daarna eerst de camper goed schoongemaakt en beddengoed verschoond. Vervolgens vertrokken om Trapani te bezoeken. Ik werd niet heel erg enthousiast over de beschrijvingen die ik er van las en de moed zonk me helemaal in de schoenen toen ik via de smalste straatjes zigzaggend door de drukke stad werd geleid. Laat maar zitten.

Het zoutmuseum

Een paar kilometer verderop gereisd om het zoutmuseum te bezoeken. In het noordwesten van Sicilië wordt veel zout gewonnen uit de zee. Men beweert dat het een van de beste soorten zout is dus maar eens kijken hoe ze het winnen. Ik kreeg een vriendelijke uitleg van een goed Engels sprekende dame over het relatief eenvoudige zoutwinningsproces. De zee wordt in april in vierkante bassins vanuit de zee naar binnen geleid. De daarop volgende 6 maanden wordt het water steeds verder naar ondiepere bassins doorgeleid. Eind van de zomer is het zeewater verdampt en blijft er een laag zout achter die geoogst kan worden.

Omdat de ondergrond vrij hard is van de zoutbekkens wordt het zout niet vervuild door bv. zachte grond. Er wordt om het zout op topkwaliteit te houden vaak met de hand geoogst.

Het levert niet veel werkgelegenheid op. Slechts in de ‘oogstmaand’ wordt er hard gewerkt. Er kan dus geen volledige inkomen gehaald worden voor de meeste werknemers: seizoenarbeid dus.

Proeven

De dame die veel weet van het zoutwinningsproces legt ook uit wat de verschillen zijn in de diverse soorten zout. Ik vraag haar of ze het verschil tussen die soorten zout kan proeven. Ze antwoordt dat ze dat wel kan. In ieder geval het zout herkennen uit de eigen bekkens. Ik vraag of ze de test wil doen. Daar gaat ze lachend mee akkoord. Ik heb in de camper 2 soorten zout bij me. Gewoon keukenzout en zeezout. Ik wil haar die laten raden met als derde zout het zout uit de eigen bekkens.

Bij het keukenzout trekt ze een heel vies gezicht. Dat komt zeker niet bij haar vandaan. Bij het zeezout dat ik heb meegenomen is ze ook niet erg enthousiast. Ze vermoedt Zuid Frankrijk en dat klopt inderdaad. Ze zegt eerlijk dat ze het niet alleen proeft maar ook ziet aan de kleur omdat het Franse zout op een zachte ondergrond wordt gewonnen en er dus veel vervuiling van die ondergrond in zit. En ja dan is natuurlijk haar eigen zout het lekkerste zout, het meest puur en dus het beste.

Ikzelf vermag het verschil niet duidelijk te proeven alhoewel na een paar testen ik de nuance begin te proeven.

De Feniciërs van Mozia

Na de lunch rijd ik door naar de kust voor het eilandje Mozia. Het is een heel klein maar belangwekkend eiland. Want wat is er gebeurd? In 1875 bezocht Heinrich Schliemann (de ontdekker van Troje en dus geen kleine jongen in zijn vakgebied) het eiland Mozia maar hij schreef in zijn dagboek dat er niets interessants te ontdekken viel en wilde er geen opgravingen doen. Dat had hij beter niet kunnen besluiten.

Joseph Whitaker

Want in het begin van de 19e eeuw kocht Joseph Whitaker een bekende wijnhandelaar het eilandje op om er te jagen en eventueel wijn te verbouwen. Tijdens zijn jachten vond hij af en toe een scherfje, later wat kleine voorwerpen en het werd steeds meer. Aan de oppervlakte en niet diep onder de grond vond hij van alles dat er op wees dat dit eiland ooit een onderdeel was geweest van een Fenicische leefgemeenschap.

Whitaker was een breed geïnteresseerd man zoals je die vaker in het begin van de 20e eeuw tegenkwam; de homo universalis: ornitholoog, archeoloog, plantkundige, bioloog, chemicus. Breed ontwikkeld dus. Hij is de opgraving van het Fenicisch bolwerk serieus gaan aanpakken en hij haalde een schat aan voorwerp uit de bodem van het eiland. Ook begon hij archeologische opgravingen te doen en daardoor is veel kennis over de Feniciërs ontwikkeld.

Je kunt over het hele eilandje lopen en de diverse opgravingslocaties bezoeken. Er wordt nog veel werk verricht o.a. door de Sapienza uit Rome.

Het museum

Er is een klein museum op het eiland gevestigd en de collectie die daar getoond wordt is werkelijk verbluffend. Fraaie beelden, een ongelooflijke hoeveelheid en diversiteit aan steles, godsdienstige voorwerpen en huishoudelijke voorwerpen.

Het leuke aan dit museum is dat de collectie zoals Whitaker die bijeengebracht heeft, er nog precies zo uitziet als hij hem zelf tentoongesteld heeft. Een typisch vroeg 20eeeuws museum.

Ik had van te voren niet verwacht dat het zo een rijke verzameling voorwerpen was. Die Schliemann had het dus behoorlijk aan het verkeerde eind.

Het eiland is niet alleen interessant door de opgravingen maar ook door het woonhuis van Whitaker en het daar gevestigde museum. Bovendien is het een mooi eilandje met veel wijnbouw (Marsala), olijfboomgaarden en wilde bloemen. Kortom een onverwacht topbezoek.

Uiteindelijk weer met het veerbootje naar de vaste wal en de verkeerde haven. Maar binnen een half uur was ik al weer met de benenwagen in de haven van vertrek terug. Koken, eten, blog schrijven en nog even uitzoeken wat de dag van morgen zal brengen. Weer een topdag dankzij Whitaker

Delen met je netwerk?
(Visited 39 times, 1 visits today)