Camperreis Ierland: Dag 7: Van Newcastle naar Golden

Vergezichten en weer veel kastelen en ruïnes

Ik reis vandaag eerst naar Lismore Castle waar ik de bekende kasteeltuinen bezoek. Daarna gaat de route verder over de Knockmealdown Mountains met fraaie vergezichten. Vervolgens kom ik in een mooi afwisselend agrarisch gebied met tal van ruïnes van kloosters en kastelen om tenslotte uit te komen bij Cahir Castle. Na dat bezocht te hebben rijd ik iets verder door in de richting van Cashel om daarvóór een overnachtingsplek te vinden nabij Golden aan de oevers van de Suir. (85 km)

Lismore Castle

Ik rijd rond 8.00 uur weg van de heel rustige overnachtingsplek. De rit voert eerst door een onherbergzaam en kaal gebied dat evenwel veel indruk maakt. Dat gaat over in een agrarisch gebied met veel marktstadjes. Uiteindelijk kom ik uit in Lismore waar ik het kasteel en de bekende tuinen wil bezoeken. Helaas, het kasteel is niet te bezoeken want het is in privé bezit van Lord en Lady Burlington. Je kunt er wel in hun huis grote partijen organiseren maar daarvoor moet er diep in de buidel getast worden. De bekende tuinen van Lismore Castle zijn echter wel te bezoeken en dat doe ik dan ook.

Lismore Castle

Lismore Castle is rond 1200 gebouwd door Prince John die later de Engelse koning John werd. Het kasteel werd overgedragen aan de kerk en het werd een bisschoppelijk paleis. Vanaf 1600 kwam het kasteel in het bezit van illustere personen als Sir Walter Raleigh en Richard Boyle. De laatste was vader van Robert Boyle de filosoof en grondlegger van de moderne chemie.

Door allerlei echtelijke verbintenissen kwam het kasteel later in het bezit van vele edellieden. Sinds WOII is het kasteel in het bezit van de Burlington familie.

De tuinen van Lismore Castle

De tuinen van Lismore Castle bestaan uit drie afzonderlijke tuinen: de Reilig Garden, de Upper Garden en de Lower garden. De Reilig Garden is gebouwd op een vroeger kerkhof. De tuin bestaat uit een bomenaanplant en een zwembad.

De tuinen van Lismore Castle

De Upper Garden is rond 1600 ontstaan en omvat naast enkele borders met name vele soorten groenten en fruitbomen voor eigen gebruik.

De Lower Garden is pas in de 18e eeuw ontstaan. Het is een soort parktuin die als doel had om er te wandelen en te relaxen.

Door de tuin heen zijn enkele wisselende kunstwerken geplaatst. Daar was ik nou niet bepaald van onder de indruk. Maar het is gelukkig een tijdelijke tentoonstelling.

De bloemen van Lismore Castle

De 3 tuinen beslaan een grote oppervlakte. Ik raak in gesprek met een van de tuiniers en die vertelt mij dat er 4 fulltime tuinlieden in dienst zijn en drie part timers. De tuinen zijn dan ook perfect onderhouden. Nu in het naseizoen van de zomer bloeien er nog veel planten. Het gras is zoals gebruikelijk in Brittannië van een ongekende kwaliteit. Ik ben jaloers. Ik vertel tegen de tuinierster wat er allemaal mis gaat in mijn tuin. En troost mijzelf met de uitspraak dat het ooit wel eens net zo mooi zal worden als de tuinen van Lismore. Ze zegt bemoedigend: ‘Oh I am sure it will’. Maar erg overtuigend klinkt het niet.

Kunst in de tuinen van Lismore Castle

Een van de torens is ingericht als een klein museum met ook hier weer wisselende tentoonstellingen. Die tentoonstelling was zeer de moeite waard. Op het tijdstip van mijn bezoek exposeerde er een mij onbekende Nancy Holt met een indrukwekkende lichtinstallatie. Zij heeft veel samengewerkt met Richard Serra en is dus mogelijk onterecht aan mijn aandacht ontsnapt.

Kunst in Lismore Castle

Een tweede exposant die indruk op mij maakte was Charlotte Moth die o.a. de muren van een kleine torenkamer bekleedde met een soort Matisse-achtige clippings die echter niet op de muur geplakt waren maar op enkel millimeters afstand waren aangebracht waardoor een mooi schaduw effect ontstaat.

Door de Knockmealdown Moutains

Na Lismore Castle rijd ik door de Knockmealdown Mountains (800 m). Deze korte route biedt tal van parkeerplaatsen om van de uitzichten over o.a. de Suirvallei te kunnen genieten. Op Europese schaal is het nou niet bepaald een adembenemend heuvelgebied maar de Ieren zijn trots op hun ‘hooggebergte’.

Vervolgens kom ik langs de Mitchelstown Caves die ik echter niet bezoek omdat ik inmiddels wel voldoende druipsteengrotten heb bezocht.

De route gaat verder door een landbouwgebied afgewisseld door kleine bosgebiedjes met heeeeeel veel ruïnes. Ik bezoek ze niet allemaal want ik begin een beetje ruïne-moe te worden.

Knockmealdown Mountains The Vee

Eén wil ik nog wel bezoeken en dat is Burncourt House. Het is een heel groot huis waarvan de muren nog recht overeind staan (dat is al heel wat in Ierland). Het is destijds door Cromwell in de fik gestoken om zeggenschap over de omgeving te krijgen. Hij heeft er flink huisgehouden. Bijzonder is dat deze ruïne in de (grote) achtertuin van een privé woning staat. Rare jongens die Ieren. Doe mij ook maar zo’n kasteeltje in de achtertuin.

Cahir Castle

Cahir Castle is een burchtcomplex dat in de 13e eeuw ontstaan is. Cromwell stelde de bewoners voor de keus om te vluchten of de burcht te verdedigen met een zekere dood in het vooruitzicht omdat het leger van Cromwell vele malen sterker en moderner was. Vluchten dus maar. Maar niet nadat er een aantal kogels als dreigement in de muren werden geschoten. Ze zitten er nog in vast.

Uiteindelijk is het kasteel in handen gevallen van de Butler familie die we al eerder tegenkwamen en als familie dus veel invloed had op dit gedeelte van Ierland. Er zijn slechts enkele spartaans ingerichte ruimtes te bezichtigen. Spartaans omdat het in de modernere tijd nooit gefunctioneerd heeft als woonhuis.

Cahir Castle

Ik vraag aan een van de suppoosten die er rondlopen en die in dienst zijn van de nationale monumentencommissie (OPW) naar een bepaald detail. En hij barst gelijk los in een uitvoerig relaas. Hij loopt verder met mij mee en de stortvloed van informatie is niet te stoppen. Hij weet er dan ook veel van af en vertelt sappige verhalen over de tijd van Cromwell. Als hij wat uitgeraasd is vraag ik hem wat voor werk hij bij de monumentencommissie doet. Merendeels informatie verschaffen en rondleiden. Of hij het leuk werk vindt vraag ik. ‘Ja’ zegt hij ‘dat wel’. ‘But’ fluistert hij: ’the ignorance of the people’ en zijn ogen draaien naar de hemel toe. ‘Ja’ zeg ik dan maar als troost ‘dat is het noodlot van iedere rondleider die veel weet’. ‘Yes I suppose so’ is het antwoord. Maar zijn gezicht wordt er niet vrolijker van.

Overnachten langs de Suir

Het is inmiddels 17.00 uur geworden dus er moet een overnachtingsplaats gevonden worden. Die vind ik bij een brug over de Suir langs een weilandje langs een heel stille weg.

Nabij Golden

Morgen nog een klein stukje rijden over deze route en dan kom ik in de richting van de west-kust. Ik kijk er naar uit.

Delen met je netwerk?
(Visited 182 times, 1 visits today)