Nog een dagje waterbouwkunde
Ook vandaag bezoek ik nog twee mooie en interessante sluizencomplexen. Één is er wel heel bijzonder. De sluizen liggen in het Dalslandkanaal (122/9.051 km).
Billingsfors sluss in het Dalslandkanaal
Ik rijd eerst ca. 30 km naar Bengtfors, een redelijk groot stadje met het grootste openluchtmuseum van Zweden. Maar ik heb nu wel genoeg openluchtmusea gezien en de meerwaarde van een bezoek aan weer een verglijkbaar museum valt te betwijfelen.
Maar als ik ongeveer 5 km verder rijd kom ik in het plaatsje Billingfors aan. Daar zie ik weer een sluis naast de rijweg. Het is een van de 20 sluizen in het Dalslandkanaal. Dit kanaal is ca. 250 km lang. Slechts 12 km daarvan vormt de vaarweg door kanalen en sluizen die een verbinding vormen tussen de diverse meren die dus een routelengte beslaan van 238 km.

Ik stap uit om wat foto’s te maken maar ik wordt aangesproken door een jonge brugwachtster. Of ik met de brug omhoog getild wil worden, zo nee dan even van de brug afstappen want de brug gaat open om een schip door te laten dat later door de sluizen geschut moet worden.

Ze heet Henrietta en zegt verantwoordelijk te zijn voor de brug en het schutten van de naburige sluizen. Dat gebeurt slechts twee keer per dag of op aparte aanvraag. Het is dus geen volledige dagtaak maar het is een leuk bijbaantje. Maar het zal drukker worden want binnenkort wordt aan de westzijde van de brug een restaurant gebouwd hetgeen vermoedelijk veel publiek/watersporters zal aantrekken.

Als je van de brug van westelijke naar oostelijke richting kijkt dan zie je duidelijk dat dit een deel van het kanaal is dat een verbinding vormt tussen twee meren.
Ze weet te vertellen dat dit typisch zo een plaats is waaraan je de geschiedenis van het kanaal kunt aflezen. Rond 1900 werd de sluis gebouwd om het hout uit de bossen aan te voeren.
Spoedig daarna werd er een houtfabriek gebouwd. Aanvankelijk klein maar tegenwoordig een belangrijke speler in het werkveld. Die fabriek ligt vlak langs het kanaal. Bij de ingang is nog het kantoorgebouw te zien waar het allemaal mee begon. Uiteraard een mooi onderhouden houten gebouw in de bekende rode kleur. Achter dat mooie pand is de opslag van het hout en de eindproducten van de huidige fabriek te vinden.

Naast de fabriek is er een spoorweg aangelegd om het vervoer naar en van de fabriek per trein mogelijk te maken. Daarna is tenslotte weg 172 aangelegd die het vervoer per vrachtwagen mogelijk maakt. Daarvoor was uiteraard een brug nodig. Het huidige vervoer vindt momenteel eigenlijk alleen nog plaats via de weg. En dat is te merken want er komen regelmatig vrachtwagens het fabrieksterrein op rijden.

Na haar uitleg moet ze snel naar de volgende sluis fietsen om daar ook de doorvaart voor de pleziervaart mogelijk te maken.

Het aquaduct van Haverud
Vervolgens rijd ik door naar Håverud in de buurt van Mellerud. Om daar te komen moet ik door een zeer fraai bos/landbouwgebied reizen. De weg loopt over ongewoon kronkelige wegen met snel afwisselende steile klimmetje en dalingen. Het aquaduct van Håverud is een bekende toeristische plek voor de Zweden. Maar de grote parkeerplaats is nog niet voor de helft gevuld.
Ook hier zie je waterweg, autoweg en spoorweg samenkomen. Het sluizencomplex is in 1868 geopend door koning Carl XV. Het was destijds al een indrukwekkend sluizencomplex en dat is het nog steeds.

Het hoogteverschil tussen twee meren wordt overbrugd door een beginsluis, een aquaduct over een ravijn en nog een eindsluis. Daarnaast is vanuit de sluis ook de autoweg te zien en het treinviaduct. Alles komt hier dus samen.

Van het aquaduct moet je je geen overdreven grote voorstelling maken het is hooguit enkele tientallen meters lang en niet meer dan 4 meter breed. De ingenieur die het aquaduct ontwierp heeft de constructie zodanig gemaakt dat hij min of meer los op de fundamenten staat waardoor het aquaduct van de fundamenten gehesen kan worden voor het meerjarig onderhoud.

De relaxte levenshouding van de Zweed
Als ik wil wegrijden van de parkeerplaats raak ik in gesprek met een motorrijder die op reis is door dit gebied. Hij komt uit het zuiden van Zweden en als hij hoort dat ik ook in het noorden ben geweest zegt hij dat hij dat gebied redelijk goed kent omdat zijn vrouw uit het noorden komt.
Ze overwegen om later naar het noorden terug te keren. Het leven is er zo veel relaxter dan in het drukke zuiden. Ik lach om de term ‘drukke zuiden’. Hij kan zich dat indenken omdat hij de randstad van Nederland ook een beetje kent. Dat mensen daar kunnen en willen leven! Het verbaast hem dan ook niet dat Nederlanders heel vaak naar Zweden verhuizen.
We hebben het ook hier weer over de aard van de Zweed. En ook hij bevestigt dat de gemiddelde Zweed behoorlijk op zichzelf georiënteerd is. Ze zullen je niet snel aanspreken. Maar als je ze echt nodig hebt dan zijn ze er voor je.
Bovendien merkt hij in het noorden dat mensen er veel meer voor elkaar zijn. Een jaar geleden had hij in het noorden in een onherbergzaam gebied in een natuurpark een meerdaagse hike gemaakt. Toen hij terug kwam bij zijn auto kreeg hij het verwijt waarom hij niet zijn autosleutel op het bord bij de parkeerplaats had achtergelaten en gegevens in de auto had achtergelaten waar hij heen gelopen was en wanneer hij denkt terug te komen. Onverantwoord om de wouden in te trekken zonder een bericht achter te laten.
Kun je je zo iets voorstellen in Nederland? Van je auto zou niets meer te bekennen zijn en je mag nog blij zijn dat je niet vermoord of verkracht achtergelaten wordt. Ik merk, dit in tegenstelling tot eerdere reizen elders, dat ik tijdens deze reis nergens maar dan ook nergens bij de overnachtingsplekken een onaangenaam gevoel had waardoor ik liever door reisde.
Door het vlakke land.
Ik rijd verder in zuidelijke richting en verlaat het heuvelachtige gebied om door een vlak landbouwgebied te rijden. Volgens mij is dit landbouwgebied nog niet zo lang geleden in exploitatie genomen omdat de huizen er niet heel erg oud zijn en omdat het er naar uitziet dat het lanbouwterrein pas de laatste tientallen jaren onttrokken is aan een bosgebied.

In een dergelijk stuk bosgebied vind ik mijn overnachtingsplek op een smalle weg. Ik blokkeer met de camper het smalle karrenspoor maar dat lijkt me geen probleem omdat het karrenspoor vrijwel dichtgegroeid is dus veel verkeer zal er wel niet zijn.
Net als ik het besluit genomen heb stuurt er natuurlijk een grote Volvo het weggetje op. Ik vraag of ik er even uit moet rijden maar dat is niet nodig omdat de chauffeur alleen maar even het bos in wil lopen om paddenstoelen te plukken voor het avondeten. Of hij ook wat voor mij zal plukken.
Dat aanbod neem ik graag aan ook al schiet er door mijn achterdochtige Nederlandse hoofd heen dat het wellicht wel giftige paddenstoelen zijn waarbij na het eten ervan al mijn bezittingen geroofd zullen worden. Maar zo zijn Zweden niet. Ik moet zeggen dat de smaak van deze gebakken paddenstoelen een heel stuk beter is dan de paddenstoelen die we in het algemeen uit kwekerijen krijgen in Nederland. Een groot verschil.
En dan is het al weer avond en tijd om het blog te schrijven en energie op te doen voor de volgende dag. Bij het schrijven van het blog merk ik dat ik evenals gisteren slechts enkele tientallen kilometers naar het zuiden ben gevorderd. Als dat zo doorgaat dan duurt het nog wel heel lang voordat ik weer in Nederland ben. Ik besluit om te gaan haasten. Als ik het einde niet op tijd haal dan rijd ik het laatste stuk maar niet op de huidige wijze.
Reacties