Dag 9: Van La Marinedda naar Oliena

Op weg naar route 2

Door de voortdurende hitte heb ik dan toch maar besloten om het weer hoger op en koeler te gaan zoeken op deze negende dag van de camperreis Sardinië. Het is weer een half hoog gebergte met aangenamere temperaturen. Ik moet ongeveer 120 km reizen maar laat me onderweg vele keren afleiden om van uitzichten te genieten en om een bezoek te brengen aan heel bijzondere graven.

Ochtendbad

Ik heb niet zo goed geslapen en ben al om 7.00 uur wakker. Omdat ik toch niet meer inslaap sta ik op, trek mijn zwembroek aan en loop de 50 meter naar het strand en duik de heerlijk koele zee in. Thuis vrees ik altijd een koude douche en hier spring ik er vanzelf in. Het is heel verkwikkend en ik ben de enige op het strandje. Als ik na een uur uit zee kom en me sta te drogen in de zon komt er een leeftijdsgenoot langs die al joggend een schijnbaar dagelijks vast parcours aflegt.

Ik vraag of hij zijn dagelijkse oefeningen doet en met een meewarig gezicht zegt hij Ja. Het is duidelijk: hij heeft er niet veel zin in maar vindt dat het toch moet gebeuren. Ik vertel hem met horten en stoten mijn min of meer gelijke ervaringen. ‘Ja’ zegt hij, ‘oude auto’s hebben meer onderhoud nodig en oude mensen ook.’ En hij vertrekt weer door rechtsomkeert te maken.

Ik ruim de camper een beetje op, douche me om van het zoute water af te komen en rond 9.00 uur vertrek ik. Het was niet zo een heel mooie plek maar de nabijheid van zee maakt veel goed.

Boodschappen doen

Het is ongeveer 120 km rijden naar het startpunt van route 2. Onderweg moet ik nog boodschappen zien te doen. Maar supermarkten zijn hier niet zo makkelijk te vinden als op het vaste land. Meestal zijn ze op handelsterreinen gelegen. Ik vind er een in Sassari. MD casa. Nooit van gehoord. Na alle benodigdheden in mijn karretje te hebben geladen moet ik afrekenen. Ik moet echt even op het beeldschermpje van de kassa kijken om te verifiëren of ik het wel goed gehoord heb: bijna 28,00 Euro voor een wagentje vol!

Het verkeer

Ik rijd vervolgens over een stuk snelweg (vierbaans!). De nationale en regionale wegen zijn over het algemeen heel goed te berijden. Er wordt zo te zien veel geïnvesteerd in de wegen-infrastructuur: nieuwe straatbedekking, nieuwe belijning, aanleg van rotondes, verbeteren van kruispunten.

Slechts de lokale wegen zijn vaak iets minder goed onderhouden; variërend van grindpaden tot slecht asfalt. Ook is men niet gewend om de overgroeiende bomen te snoeien waardoor de weg nog smaller wordt dan hij al is. Er is al ten minste één contour-lamp gesneuveld; maar dat gebeurt me bijna iedere reis. De Sardijnen zijn zeer voorkomend in het verkeer; anders dan hun landgenoten scheuren ze je niet op een paar centimeter voorbij maar rijden voorzichtig of stoppen als het kan.

Weer een graangebied

Als ik de snelweg verlaat dan kom ik weer in een groot gebied met heel veel graan- en hooivelden. Ook hier ligt het hooi weer te drogen.

Vroeger moet dit een heel welvarend gebied geweest zijn want er staan heel veel grote hofstedes op het land die nu inmiddels de status van ruïne gehaald hebben. Het doet me denken aan beelden uit de film Novecento van naar ik meen Bertolucci.

Van ieder kerkje staat wel een wegwijzer langs de kant van de weg. Dat wil niet zeggen dat ze allemaal bijzonder zijn. De meeste zijn juist erg eenvoudig en je kunt amper zien of het wel een kerk is. Maar wel heel eigen voor deze omgeving.

De dodenstad Grotta de Is Janas

Tenslotte kom ik aan bij de dodenstad Sant’Andria Priu; ook wel bekend als Grotta de Is Janas. Met primitieve middelen hebben mensen van de neolitische Oziercultuur hier kamers uit de rotsen gehakt. Het was belangrijk dat de kamers zo veel mogelijk leken op de kamers van de huizen waar ze gewoond hadden. Omdat het hele complex in onderhoud was heb ik slechts één grafkamer goed kunnen bekijken (het hoofdmansgraf).

In het voorportaal zijn in de rotsen twee graven uitgehakt en in die zelfde ruimte zijn gaten in de grond gehakt waarin voedsel kon worden meegegeven. Ook zijn er in de andere ruimtes schijndeuren aangebracht. Zo’n schijndeur was het symbool voor de magische drempel tussen het aardse leven en het hiernamaals. Tot in details zijn tal van elementen uitgehakt in het steen om de grot zo veel mogelijk te doen lijken op de woonstee van de overledene: plafonds, daken, pilaren.

Grotta de Is Janas

In de vroeg Christelijke tijd zijn de ruimtes vaak gebruikt als kerk. Er zijn dan ook tal van vroegchristelijke afbeeldingen te zien.

Het was lastig fotograferen in de donkere grotten. Ik zal thuis wat afbeeldingen van het internet plukken.

Een van de mooiste overnachtingsplekken nabij Orgosolo

Dan kom ik weer in het middelgebergte terecht en nadat ik voorbij Oliena een pas overgereden ben vind ik een fraaie overnachtingsplek aan een grindweg met een magnifiek uitzicht.

Nog lang buiten gezeten. Het was wel warm maar er kwamen onweerswolken opzetten die wat wind met zich meebrachten zodat het goed uit te houden was.

Gekookt: pasta met vanochtend gekocht uitstekend kalfsvlees en natuurlijk de altijd aanwezige salade. Daarna gelijk afwassen want er dreigt een mierenplaag en blog schrijven.

Delen met je netwerk?
(Visited 194 times, 1 visits today)