Dag 48: Van Parco Archeologico Forza naar Donnafugata

De barokstad van Sicilië: Modica

Vanochtend in alle vroegte de grotten van Parco Archeologico Forza en een zeldzame Byzantijnse kerk bekeken. Daarna doorgereisd naar Modica dat een verrassend mooie en leuke stad blijkt te zijn. Tenslotte de dagrit beëindigd nabij Kastelle Donnafugata. (56 km).

Grotten uit de bronstijd

Het is zondag en dan heb je in de vroege ochtend de wereld voor jezelf. Ik ga eerst een aantal van de onvoorstelbare hoeveelheid grotten bekijken die al ontstaan zijn in het bronzen tijdperk. De hoeveelheid valt dus niet tegen. Overal waar je om je heen kijkt zie je die natuurlijke of uitgehouwen grotten. Wat wel tegenvalt is dat al die grotten in gebruik zijn: niet als woonhuis maar als opslagplaats voor wat dan ook. Vrijwel alle grotten zijn afgesloten met een hekwerk en daarachter bevinden zich: olievoorraden, gereedschap, bouwmateriaal, oud meubilair, afval enz.

Hier ziet men die grotten dus niet als een historisch fenomeen maar als een nuttige aanvullende bergruimte die volledig past in de huidige woonomgeving. Enerzijds valt dat tegen en verbaast het me aan de andere kant amuseert het me ook omdat als er in Nederland iets gevonden zou worden van bewoning uit de bronstijd er onmiddellijk een hek omheen gezet zou zijn om het te beschermen. Maar ja wat is het verschil uiteindelijk: een hek voor de ingang om de privébezittingen te beschermen of om het cultureel erfgoed te behoeden. Het uiterlijk effect voor het moment is hetzelfde.

Een Byzantijnse kerk

Ik loop nog een heel stijl en glad pad naar beneden en als ik daar op een punt kom waar twee droge rivieren elkaar ontmoeten staat daar in de rotsen gehouwen een Byzantijnse kerk. Het is dat ik het wist maar je kunt het aan het uiterlijk niet erg goed afleiden. Helaas is de kerk niet toegankelijk. Aan de vorm van de gevel en enkele piepkleine versiersels zie je dat de kerk een Byzantijnse achtergrond heeft.

De gevel is ‘versierd’ met enkel marmerplaten met inscripties die verwijzen naar verschillende bedevaartstochten die in het verleden naar deze kerk georganiseerd zijn.

Modica

Ik rijd een paar kilometer naar het westen naar Modica. Modica blijkt een mooi en gezellig stadje te zijn. Net als enkele andere Siciliaanse steden claimt Modica dé Barok-stad van Sicilië te zijn. Gelukkig hoef ik de titel niet toe te kennen maar de stad is wel een heel goede kandidaat.

Ik parkeer de camper aan de noordkant van de stad en loop dan heuvelafwaarts de stad in om daarna via vele straten en vele trappen naar het bijna hoogste punt van de stad te klimmen om daar de overdonderend mooie kathedraal van San Giorgio te bekijken. Helaas is de kerk niet open maar de buitenkant op zich is al het bekijken waard. Ook hier weer een lange trap voor deze duomo die er voor zorgt dat de kerk nog hoger lijkt dan hij al is.

Daarna gaat het weer langzaam omlaag de stad in. Het ene straatje is nog mooier dan het andere. En opvallend is dat bijna alle gebouwen een eenheid in stijl en kleur uitstralen.

Het is een belangrijke regionale stad. Er is een groot theater met een redelijk divers geprogrammeerde schouwburg met ca. 25 reguliere voorstellingen in twee maanden. Er is een aantal bestuursgebouwen die natuurlijk alle in fraaie palazzi gehuisvest zijn en er is ook nog een gigantisch groot conservatorium waar het Sweelinck wel drie keer in past (maar de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de leskamers ook bijna drie keer zo hoog zijn omdat dit instituut ook weer in een prachtig palazzo gehuisvest is. Alle ramen staan op deze mooie dag open en het is een kakafonie van diverse instrumenten en diverse stukken die geoefend worden.

Er zijn nog meer mooie kerken: de Duomo San Pietro is wel heel erg mooi en op het trapsgewijze bordes staan de 12 apostelen. Maar ook de San Niccolo Inferiore draagt bij aan de claim om de stad als dé Barokstad erkend te krijgen.

Ook op de zondag is het gezellig druk in deze stad zonder dat het toerisme de overhand krijgt. Ik hoop dat ze die balans kunnen blijven behouden.

In een uurtje de hele Italiaanse literatuur doornemen

Ik loop nog even een goed gesorteerde boekwinkel in en een van de verkoopsters vraagt mij of ik iets specifieks zoek. Ik antwoord dat ik gewoon even wil kijken in hoeverre het aanbod overeenkomt met het aanbod in de Nederlandse boekhandel. Er blijkt, afgezien van enkele internationale bestsellers (natuurlijk prins Harry) weinig overeenkomst te zijn. Het noordwesten van Europa is literair toch nog wel heel erg afgescheiden van het zuiden van Europa.

Ze laat me een aantal titels zien die het afgelopen jaar heel goed gerecenseerd en verkocht werden. Ik kende er geen een. Moet ik toch wat aan gaan doen. Om mijn schaamte maar een beetje te verstoppen stak ik nog maar een keer de loftrompet uit over Pirandello en over Il Gattopardo van Di Lampedusa. Die loftrompetten vond ze terecht. Ook zeg ik dat ik erg te spreken was over de Napolitaanse romans van Elena Ferrante. Daar was ze minder enthousiast over maar meer door het gedoe er om heen dan om de boeken zelf. Welke waren de Nederlandse auteurs die een nobelprijs voor de literatuur ontvangen hadden? Schaamtevol zwijgen van mijn kant. Ik vraag of er ook Nederlandse boeken in Italiaanse vertaling aanwezig waren. Daar moest hard over nagedacht worden. Uiteindelijk noemde ze Revolusi van David van Reybrouck. Ik heb maar verzwegen (sorry Vlaamse lezers) dat hij geen Nederlander maar een Belg was.

Tijdens een gemeenschappelijke doppio op een nabijgelegen terras houdt ze een gloedvol betoog over de Italiaanse literatuur en vergelijkt die met de Italiaanse keuken: fijnzinnig, smaakvol en goede kwaliteit. Ik houd een betoog over de Nederlandse literatuur maar trap maar niet in de val om die te vergelijken met de Nederlandse keuken. Uiteindelijk vindt ze dat ik mijn Italiaans weer moet oppakken en dat ik meer Italiaanse boeken moet gaan lezen: Je wordt er gelukkiger van. Ik kan ze altijd bij haar bestellen en ze zal ze graag opsturen (portokosten voor mijn rekening). Wat een boekhandelaarster! We eindigen dan maar met een limoncello en toosten op de literatuur en onszelf.

Het kasteel van Donnafugata

En dan zit de dag er al weer bijna op. Ik eet een heel late lunch en rijd door naar het kasteel van Donnafugata dat ik morgenvroeg wil bezoeken. Door de late lunch wordt het ook een laat diner: pasta met zeevruchten nadat ik eerst een donderende onweersbui over de camper heb laten heenkomen: het Saharazand is in één klap verdwenen.

Delen met je netwerk?
(Visited 30 times, 1 visits today)